zondag 16 oktober 2011

De Middelste molen

Lieve mensen,

De site waar ik deze weblog bijhoud, "Blogger" houdt wat statistieken en zo ook het aantal keren dat de weblog bekeken wordt. 23 september jl. stond de teller op 10009 en daar ben ik best een beetje trots op. Daarom aan jullie, de lezers/kijkers: BEDANKT!

De "R" is weer in de maand en het is inmiddels herfst geworden, ik ben inmiddels aan het meedraaien op m'n examenmolen. Ik ben nu ruim twee jaar met de opleiding bezig en heb voldoende uren gemaakt: Ingrid denkt dat ik klaar ben voor het examen en dat denk ik ook. Eind september heb ik m'n maalboek bij het Gilde ingeleverd inclusief een aanbeveling van m'n mentor, Ingrid. Op die manier heb ik me opgegeven voor het komende toelatingsexamen. Het moet er toch maar eens van komen. Ik ben benieuwd!
Inmiddels is bekend geworden dat het toelatingsexamen op 19 november gehouden wordt bij de molen Hoog en Groenland in Baambrugge.

In deze aflevering een bezoek aan een Franse watermolen en m'n avonturen bij de Middelste molen in Cabauw.

Na m'n avonturen heb ik een tijdje "vrij" genomen. Ik was het afgelopen jaar nogal wat zaterdagen op molens geweest en besloot het even wat rustiger aan te doen.
In juli volgde de vakantie. We gaan vrijwel altijd naar Frankrijk en gaan dan naar 2 plaatsen waar we dan een dag of 10 blijven. Dit jaar zouden we beginnen in de Franse Alpen en daarna zouden we naar de Auvergne gaan.
Een dag of 3 voordat we vertrokken keek ik even wat voor weer het zou worden in de Alpen en dat bleek niet best te zijn. Regen en onweer en dat zou de komende dage aanhouden.
Daarom op het laatste moment besloten om toch maar wat verder naar het zuiden te rijden, naar Privas in het noorden van de Ardeche.
In de Michelingids stond dat er in de buurt een industriële watermolen was gerestaureerd en het leek me wel eens leuk om daar te gaan kijken.
Op een bewolkte middag besloten we er eens heen te rijden. na wat kruip-door-sluip-door weggetjes kwamen we dan bij de molen. Aan de buitenkant van het gebouw was weinig te zien, het schoepenrad zat inpandig.
We kregen een rondleiding van een Franse madam die helaas alleen maar Frans kon spreken. Gelukkig hadden ze nog wel een Nederlandse vertaling van een beschrijving van de molen. En ik kan gelukkig een aardig bekkie meepraten over molens dus ik wist zo ongeveer hoe e.e.a. werkte.
Hieronder wat foto's die ik die middag gemaakt heb. Wil je wat beter kijken? Klik dan op de foto voor een vergroting:



De molen heeft 3 steenkoppels...

Het 3e opengewerkte koppel stenen...

Een joekel van een buil (en er stonden er twee...)

Het inpandige schoepenrad (bovenslag molen)...

In het midden het spoorwiel met de koningsspil.

Onderin het spoorwiel. Daarboven, links en rechts, de liggers...

Door onderin aan het kleine handwieltje te draaien (steenrondsel zakt)
kan de steen in het werk gezet worden...

Het lichtwerk...

Via wat riemen kon ook een klein kollergangetje
aangedreven worden om notenmeel te maken...

Het vuister om de notenmeel te verwarmen...

En tenslotte de pers om de olie uit het warme
notenmeel te persen. Over de boom hangen
een soort bulen...

En aan het eind van de rondleiding een lekker zelfgebakken broodje
met overheerlijke "fromage du chevre artisanal"... 

In augustus heb ik weer wat kunnen klussen bij de Valk in Montfoort. Op de luizolder is inmiddels een werkbankje gemaakt waar men veel plezier van heeft.
De waaierij is nu ook zo goed als af en men is druk doende allerlei meelpijpen te maken. De Valk is niet echt een grote molen en is inmiddels redelijk volgebouwd (waaierij, buil, mengketel, 3 steenkoppels, een pelsteen en er staat nog een loeder van een gietijzeren wals, sorry Paul) dus al die meelpijpen moeten overal omheen kronkelen. Vaak moeten er dan de meest vreemde bochten in de meelpijpen gemaakt worden. Dat geeft nogal eens hoofdbrekers want er komt nogal wat hoekmeetkunde bij kijken. Daarom heb ik het "molenprikbord" maar eens geraadpleegd. Het molenprikbord is een openbaar platform op het internet waar iedere geinteresseerde in molens gebruik van kan maken. Heb je wat te melden of heb je een vraag op molengebied? Kijk eens op het prikbord.
Zo heb ik de vraag gepost of iemand ons kon helpen met een manier om e.e.a. op een goeie manier in te meten.
Al vrij vlot kreeg ik een reactie, nota bene uit België. Molenaar Mike van de Toatse Meuln, een "staakmolen" uit Knesselare had nog wel een artikeltje waar dit duidelijk wordt uitgelegd. Er gingen wat leuke berichten over en weer en ik vertelde dat ik een aantal jaren in Sas van Gent gewoond heb, dat ligt niet al te ver van Knesselare. Mike vertelde dat hij oorspronkelijk uit Harmelen kwam en dat ligt ruim 5 km bij de Meern vandaan! Wat is de wereld toch klein...

Op 20 augustus heb ik dan weer de opleiding opgepakt, ik zou die dag meedraaien op de Middelste molen in Cabauw.
Molenaar Erik en ik hadden elkaar al een paar keer gesproken bij cursusavonden van het gilde. Hij heeft me ooit eens uitgenodigd om bij hem te komen draaien en dat ging ik vandaag dus doen.
Het was een prachtige dag en ik besloot eens lekker naar Cabauw te fietsen.
Maar uiteraard eerst het weer:


Tijdstip: 8:30
Windrichting: zuid-zuidwest
Windkracht: 2
Temperatuur: 14°C
Luchtdruk: 1021 HPa
Vochtigheid: Onbekend
Bewolking: (Alto) Cumulus
Hoogte bewolking: Hoog/Midden
Trekrichting bewolking: noord-oost
Neerslag: geen
Weerkaart: Hogedrukgebied boven Luxemburg wat in de loop van de dag naar het oosten trekt. De wind (voor zover aanwezig) zou in de loop van de dag wat kunnen krimpen. Geen fronten in de buurt dus het lijkt rustig weer te worden. In de loop van de dag kan de wind wat aantrekken.
(De wind bleek die dag alleen maar af te nemen...)
Overige waarnemingen: Geen

Ik had eerder al met Erik gemaild en hij vertelde dat hij om ± half elf bij de molen zou zijn. Ik stapte daarom om 9:00 op m'n fietsie want bij ons vandaan was het toch een goed anderhalf uur fietsen.
Via Montfoort, IJsselstein en Lopik kwam ik zo tegen half elf aan bij de molen. Ik was redelijk vroeg en Erik was er nog niet. Even m'n camera voor de dag gehaald om wat plaatjes te schieten. De molen stond er prachtig bij, zo in de zon:







Nadat ik me even had uitgeleefd met m'n spiegelreflex kwam er een auto het pad op rijden: daar was Erik met z'n vrouw Doré.
Hij stelde me voor aan Doré en we liepen naar een gebouwtje. Kort bij de molen staat een gebouwtje waar nog een oud gemaal in staat, Erik gebruikt het als z'n schuur. Er stond een joekel van een electromotor en hij vertelde dat dat ding vroeger het gemaal aandreef. Voor de oorlog stond er een dieselmotor maar vanwege de brandstofschaarste in de oorlog is deze vervangen door de electromotor.
Met een kruiwagentje brachten we wat spullen van de auto naar de molen. De molen blijkt een erg leuk interieur te hebben. Erik wist te vertellen dat de meeste zaken nog echt origineel zijn, zelfs sommige verflagen zij nog uit 1773!
Van Erik mocht ik zelf de molen aan de gang brengen. Zeker als je voor eerste keer op een molen meedraait is dat even wennen. Elke molen heeft unieke eigenaardigheden en elke molenaar heeft eigen gewoontes. Maar Erik zou bij me blijven en zou me helpen. Ik mocht alles van 'm doen maar ik moest wel motiveren waarom ik iets op mijn manier deed. En volgens Erik is het enige foute antwoord: "Omdat ik het zo geleerd heb". Ik hou wel van zo'n "les"methode want je doet bepaalde handelingen met een reden. En op die manier leer je ook waarom je iets doet
Als eerste moet alles losgemaakt worden: roeketting, bliksemafleider(s), kneppel, pal. Daarna wordt de molen op de wind gezet. Vandaag had ik geluk want de molen stond precies op de wind. Tot groot ongenoegen van Erik want vorige week had hij de molen 180° moeten kruien en toen was er geen leerling.
Daarna zijn we het bovenhuis in geklommen. Daar werd als eerste de lekenpen verwijderd en lieten we het vangtouw door een gat in de vloer zakken. De Middelste molen heeft geen wipstok maar een "evenaar". De wipstok of vangstok is het bekendste systeem om de vang (rem) te bedienen. Het is de lange stok die bij de meeste molens aan de achterkant uit de kap steekt.

De wipstok (linksboven) van de Valk in Montfoort...
Deze wipstok is zo lang omdat hij als hefboom dient om de via het vangtouw de zware vangbalk (incl. ballastkist) op te tillen.
Voor de niet molenaars: de vang is de rem van de molen. Wil je er meer over weten? Klik hier
Een evenaar is, vergeleken met de wipstok, een aanzienlijk kortere balk die binnen het bovenhuis is bevestigd, boven de vangbalk. De evenaar kan een stuk korter zijn omdat deze het hefboomprincipe combineert met het katrol-principe. Op deze manier wordt de kracht op twee manieren vergroot en kan de evenaar dus een stuk korter gemaakt worden en geheel binnen het bovenhuis blijven.

Niet echt duidelijk te zien: de evenaar van de Middelste molen...
De evenaar van de middelste molen zit halverwege een vloer en is daardoor niet goed te fotograferen.
Bovenstaande foto is langs de vangbalk naar de achterkant van het bovenhuis gemaakt. Onderin zie je de vangbalk met achter het touw de ballastkist. Het vangtouw zit om de vangbalk geslagen en gaat dan bovenin via de katrol van de evenaar naar beneden door de vloer naar buiten.
Hieronder een foto uit een presentatie van Kees Vanger waarin e.e.a wat duidelijker te zien is:

Nog een evenaar van een andere molen...
Hierboven kijken we boven op de evenaar. Ook hier: het vangtouw is om de vangbalk heen geslagen en loopt via de katrol van de evenaar weer naar beneden. Op de foto "ligt de vang er op", de molen is geremd. Door buiten aan het touw te trekken wordt de katrol naar beneden getrokken en wordt via de rode ketting de vangbalk (en de vang) gelicht.
Het voordeel van een evenaar is dat hij binnen hangt en weinig onderhoud nodig heeft. Een wipstok hangt buiten in weer en wind en moet regelmatig geschilderd worden.
Omdat het touw aan de zijkant van het bovenhuis langs de ondertoren hangt kun je naast de molen vangen waardoor je goed kunt zien wat het gevlucht doet.
Het nadeel van dit systeem is dat het touw langs de ondertoren van de molen hangt. En wat zit er aan één zijkant van een wipmolen? Juist, een groot draaiend scheprad. Als de molen net verkeerd staat dan kan het dus dat het vangtouw in het draaiende scheprad terecht komt en er in verstrengeld raakt, dat is vorig jaar gebeurd bij een andere Utrechtse wipmolen. Daar heb je met een wipstok veel minder last van omdat daarbij het touw een heel eind bij de ondertoren van de molen vandaan hangt.
Maar om te voorkomen dat het vangtouw in het scheprad komt is er aan de trap van de ondertoren een speciale klamp aangebracht waar je te touw overheen kunt leggen zodat het touw alsnog ver uit de buurt van het scheprad blijft.
Maar goed, we waren nog in het bovenhuis bezig met de voorbereidingen. Smeren doet Erik als de molen even warmgelopen heeft, de reuzel smeert dan prettiger uit.
Erik wees me nog wel even op de gietijzeren boven-as. Op de plaats waar het bovenwiel is gemonteerd zitten er 4 dikke stukken hout, de vulstukken, waar het bovenwiel omheen geklemt wordt met een flink aantal wiggen. Bij veel molens zijn deze vulstukken niet al te lang want het bovenwiel is immers niet zo breed.

De vulstukken van de Windhond in Soest. Korte vulstukken...
De vulstukken van de Middelste molen lopen zowat vanaf de hals naar de pen, dus bijna over de volle lengte van de boven-as. Toen de eerste gietijzeren assen gegoten werden (halverwege de 19e eeuw) waren de meeste molenbouwers nogal huiverig voor "dat moderne spul", zo ook de molenbouwer die deze gietijzeren as geinstalleerd heeft. Omdat hij "dat gietijzer" niet vertrouwde heeft hij voor de zekerheid de vulstukken over de hele lengte van de as aangebracht met flink wat stroppen voor de stevigheid.
Het blijkt dat de vulstukken zijn gemaakt van een voormalig houten boven-as, de as is over de volle lengte in vieren gezaagd.
Toen we de trap weer afdaalden zei Erik trots dat hij een echte "Pot"staart heeft.
De firma Pot was één van de bedrijven (misschien wel de bekendste) die eind 19e eeuw stalen roeden maakten van geklonken plaatstaal. In de molenwereld wordt verder nogal veel gerecycled en het bleek dat de staartbalk van de Middelste molen een oude "Pot"roede is, te herkennen aan de dichtgelaste rechthoekige gaten voor de hekstokken:

De staartbalk van de Middelste...
Beneden aangekomen heb ik voor de zekerheid nog even gevoeld war de wind vandaan kwam om er zeker van te zijn of de molen goed stond. Er stond niet zoveel wind en dan wil je er natuurlijk wel maximaal gebruik van maken.
Bij een ronde of achtkante molen ga je dan gebruikelijk rond de molen lopen om te voelen waar de wind wegvalt, daar moet de staart van de molen dan naar toe zodat het gevlucht dan goed op de wind staat. Bij een vierkante molen werkt dat niet echt omdat je door de vierkante vorm nogal veel last van wervelingen hebt. Van Erik mocht ik ook de windvaan njiet teveel vertrouwen want die zat vast. Daar is Erik achter gekomen toen hij ooit eens moest kruien. Hij vond het al zo vreemd dat de wind maar bleef draaien toen hij aan het kruien was.... Tja, als je windvaan vast zit....
Bij een vierkante molen steek je een eindje bij de molen vandaan je neus in de wind en op die manier bepaal je waar de wind vandaan komt. Letterlijk het betere "natte vinger"werk.
Dat heb ik dan ook gedaan en volgens mij stond-ie wel goed.
Erik verwachte die dag bezoek en die was inmiddels aangekomen. Terwijl hij z'n bezoek rondleidde begon ik met opzeilen. Op een, voor mij, nieuwe molen vindt ik het altijd prettig dat ik even gecontroleerd wordt en vroeg daarom aan Erik of hij dat wilde doen. Het was allemaal goed maar hij heeft me ook nog wat andere knopen geleerd. Verder gaf hij me het advies om per kikkerlus maar één kikker te gebruiken, dan heeft het zeil wat meer ruimte om te "werken" als gevolg van temperatuurs- en vochtigheidswisselingen.
Om het volgende eind voor te laten komen moest ik uiteraard de vang lichten. Erik drukte me op het hart dat ik te allen tijde het vangtouw over de speciale klamp moet leggen. Op zich stond de zijkant van de molen een eind bij het scheprad vandaan en kon het touw er niet bij komen. Maar het vangtouw over die klamp, dat moet routine worden, dan is de kans dat het mis gaat het kleinst.
Er staat te weinig wind dus we moesten het gevlucht zelf rondduwen om de andere enden op te zeilen.
Nadat ik alle enden heb opgezeld licht ik de vang. De molen gaat rond maar niet echt van harte.
We zetten de boel af met kettingen zodat niemand bij het draaiende gevlucht kan komen en daarna was het tijd voor een bakkie. Doré had koffie gezet en ik had onderweg wat lekkers gehaald voor bij de koffie.
Er zijn nog twee bezoekers, een echtpaar, aangekomen die een afspraak met Erik hadden. De man is bezig met het schrijven van een artikel over waterschappen en wilde Erik interviewen.
Ik heb een erg slecht geheugen maar wat nog wel is blijven hangen is dat de molen destijds is gebouwd voor f 7500,- en dat-ie nu voor €1.000.000,- verzekerd is. Maar de historische waarde blijft natuurlijk onbetaalbaar...
Nadat het bezoek vetrokken was heeft Erik me verder de hele ondertoren laten zien. De onderschijfloop, het waterwiel, de water-as. Het bleek dat wat kammen van het waterwiel een wig misten. Erik wilde even uitvogelen waar de wiggen misten. Ik ben daarom naar buiten gegaan en heb de vang bediend. Ik liet de vang wat slepen zodat de molen langzaam draaide. Erik kon dan binnen het waterwiel inspecteren. Via een openstaand raam konden we elkaar in de gaten houden en communiceren. Nadat Erik de kammen met de missende wiggen gevonden had hebben we de boel even stil gezet en ben ik even de bak in geklommen om op te zoek naar wiggen, ik heb er twee kunnen vinden.
Omdat het nog steeds niet echt hard waaide hebben we het scheprad uit het werk gezet. Bij deze molen gebeurt dat door de poortdeur van de busbalk te openen en via een schroefvijzel de koningsspil zodanig naar achter te kantelen dat de kammen van het bovenwiel niet meer in de staven van de bovenschijfloop grijpen. Ik heb er helaas geen foto van gemaakt om het te verduidelijken.
De wind was iets gekrompen en de molen moest dus iets omgezet worden.
Wipmolens hebben een zetelkruiwerk waarbij hout over hout glijdt en dat kruit over het algemeen zwaar. Veel wipmolens hebben daarom een kruibank, een bordesje waar je op kunt staan.

De "kruibank" van de Middelste molen...
Je kunt dan je voeten op de spaken van het kruiwiel zetten om zo met je volle gewicht de molen om te zetten. Op deze manier had ik het nog nooit gedaan. Je moet even je slag vinden maar dan gaat het best goed. Met je linkerbeen sta je op de bank en met je linkerarm hou je jezelf vast aan een beugel die aan de hangboom is bevestigd. Met je rechterarm trek je het kruiwiel om en met je rechterbeen duw je de spaak van het kruiwiel verder door.
Het was nog steeds prachtig weer en de molen draaide lekker z'n rondjes voor de prins. Doré was bezig een gerecht te maken met appeltjes, in de hele molen rook het lekker naar warme appelmoes.
We hebben buiten nog wat gedronken en gegeten en wat zitten discussieren over het restaureren van molens. Als je een molen gaat restaureren of opnieuw gaat opbouwen, hoever ga je dan terug in de tijd? Wil je terug naar de originele staat of naar de staat zoals de molen voor het laatst gebruikt is? Leuke gespreksonderwerpen, zeker op zo'n prachtige plek, midden in de polder bij prachtig weer en en in goed gezelschap. Het leven van een vrijwillig molenaar is tijdens dit soort momenten toch wel erg aangenaam...
Voordat ik het in de gaten had was het al over vijven. Ik moest nog anderhalf uur fietsen en wilde niet al te laat naar huis omdat m'n vrouw en ik zouden gaan barbieknoeien, we besloten toen om de boel maar op te ruimen. Onder begeleiding van Erik de boel afgezeild, opgereuimd en netjes weggezet.
Rond een uur of zes stapte ik weer op m'n fietsie en trapte met een voldaan gevoel huiswaarts.

Wederom bedankt voor het lezen en tot en volgende keer!
Groet,

Marcel