Het is nog even kerstvakantie dus v.w.b. de molens gebeurt er weinig. Echter, ik heb jullie beloofd om nog een bericht te schrijven over mijn bezoek aan molenmakerij de Gelder.
Mijn weblog wordt inmiddels door meerdere molenaars gelezen en daar krijg ik leuke reacties op. Nog bedankt daarvoor. Uiteraard krijg ik ook kritische reacties en die zijn uiteraard welkom omdat ik daar natuurlijk ook van leer.
Zo kreeg ik van een zaagmolenaar een reactie op mijn verhaal over de fokwieken en de remkleppen daarin. Ik heb geschreven dat een molen met wiekverbeteringen (bijv. een fokwiek) hollerig wordt, snel reageert op windvlagen en daardoor onregelmatig kan gaan lopen. Bij een korenmolen kan dat problemen geven maar voor een zaagmolen maakt die onregelmatige gang uiteraard niet zoveel uit.
Remkleppen, bedient door regulateurgewichten, kunnen die onregelmatige gang a.g.v. windvlagen enigszins tegen gaan. Bij een te hoog toerental gaan ze open, de stroomlijn wordt onderbroken en ze remmen de molen af. Echter, deze remkleppen geven ook een bepaalde schijnveiligheid want ga je de molen vangen dan daalt het toerental, de centrifugaalkracht op de regulateurgewichten wordt minder en de kleppen sluiten weer. De stroomlijn wordt hersteld en op dat moment pakken de wieken de volle wind weer op waardoor het gevlucht weer sneller wil gaan draaien.
Mijn reactie was dat ik gelezen heb dat het onverstandig is om continu te draaien met geopende kleppen, ze mogen zich alleen openen bij windvlagen. Met geopende kleppen tijdens een windvlaag is het verstandiger om te wachten op een zaam (moment dat de wind rustiger wordt), de kleppen sluiten dan en de molen is veilig te vangen.
Verder las ik dat er bij sommige molens vloeistofdempers op de remkleppen zijn gemonteerd. Deze dempers "dempen" de beweging van de remklep. M.a.w. als de remkleppen open staan en je wilt toch de molen vangen dan vertragen de vloeistofdempers de beweging van de remkleppen. Bij het verminderen van het toerental van het gevlucht (door het vangen) dan gaan de kleppen niet meteen dicht. Daardoor is de molen met geopende kleppen toch veilig te vangen.
Ook heb ik eens geschreven dat overbrengingen van gietijzer op gietijzer in (water)molens niet toegepast worden. Dit is blijkbaar wel het geval en schijnt enorme herrie te maken.
Kijk, dat soort reacties vind ik leuk en leerzaam. Dus, beste molenaars (maar ook andere lezers), blijf dit soort reacties sturen.
Goed. Zoals ik in een eerder bericht vertelde ben ik bij een molenbouwer op bezoek geweest. Het is een klant van ons die een order heeft lopen en eens belde over de levertijd. Ik nam m'n kans meteen waar en vroeg of ik eens langs mocht komen om te zien hoe een molen gebouwd wordt. Was geen probleem dus we maakten een asfpraak.
Op donderdagochtend reed ik dan naar Sliedrecht waar molenmakersbedrijf "de Gelder" is gevestigd.
Ik was redelijk vroeg en besloot vanaf de A27 de afslag Noordeloos te nemen om dan binnendoor over de N214 naar Sliedrecht te rijden. Er lag nog behoorlijk wat sneeuw en er lag weer een dikke stratusdeken over Nederland. Het was net of ik door een zwart/witfoto van een landschap reed.
In Sliedrecht aangekomen was het even zoeken want het bedrijf ligt iets van de weg af achter wat andere bedrijven.
Ik zag geen kantoren en liep meteen de werkplaats in: geen mens te zien. Ook binnen het bedrijf zag ik geen kantoren of kantines. Dan maar eens even om het gebouw heen lopen.
Achter de werkplaats stonden een aantal keten waarin het kantoor en de kantine zaten.
Ik stapte de kantine binnen waar alle werknemers bezig waren met de ochtendpauze. Er hing een gezellige sfeer en er werd lekker ge-OH-d.
Ik stelde me voor en er werd me meteen een stoel aangeboden en ik kreeg een beker warme chocolade in m'n handen gedrukt. Ik heb het al eens eerder gezegd: molenaars zijn aardige mensen.
Een aantal werknemers waren in het gieterijvak geinteresseerd en ik was uiteraard geinteresseerd in hun vak, dus er ontstond een leuk gesprek.
Ik vroeg of er nog meer molenaars in de zaal waren. Daarop kreeg ik een aantal blikken toegeworpen waaruit ik begreep dat ik een ontzettend stomme vraag stelde. Bijna elke werknemer is (leerling) molenaar. Alex (eigenaar) is zelfs instructeur.
Na de pauze trokken de werknemers weer naar de werkplaats en ik bleef achter met Alex, de eigenaar van het bedrijf.
Hij vertelde dat ze ontzettend druk zijn en zelfs mensen te kort komen. Er is de laatste paar jaren vanuit het rijk veel geld vrijgekomen om achterstallig onderhoud aan molens te laten doen. De provincie Zuid-Holland heeft daar nog een schep geld bovenop gedaan dus in het gebied waar de Gelder zit moesten ineens veel molens worden opgeknapt. Kortom, het is druk. Het liefst zou Alex meer mensen aannemen maar die drukte is van tijdelijke aard want die regeling eindigt in 2012 en dan is het maar afwachten wat het werk doet. Molenbouwers zijn natuurlijk afhankelijk van rijk, provincies en plaatselijke overheden. En er moet de komende jaren 18 miljard bezuinigd worden...
Het bedrijf is gevestigd in/aan de haven van Sliedrecht. Dat is een groot voordeel want vanuit de werkplaats kunnen grote onderdelen meteen op een dekschuit gezet worden die dan naar de plaats van bestemming gevaren kan worden, dat scheelt een hoop (de)montagewerk.
Op dit moment is de Gelder bezig met het restaureren van het bovenhuis van de Broekmolen te Streefkerk. Alex liet me een tekening zien van de molen waarna hij me meestuurde met Cor, de bedrijfsleider.
Hij veroontschuldigde zich omdat er op het moment niet echt veel gebeurd in de werkplaats. Het was de laatste werkdag van het jaar en die zou afgesloten worden met een gezamenlijke lunch. De meeste werknemers waren bezig met opruimen.
Cor en ik liepen we de werkplaats in en hij liet me zien waar ze mee bezig waren. Er lag een samenstel van balken op een aantal schragen waarin ik de voegburrie van een wipmolen herkende.
De werkplaats van de Gelder met op de voorgrond de nieuwe voegburrie van de Broekmolen...
Cor liet zien hoe e.e.a. met houtverbindingen in elkaar zat. Boven één van de werktafels hing de tekening van het bovenhuis zoals die ook in de lesstof behandeld wordt. De avond daarvoor was ik nog even in de boeken gedoken zodat ik een beetje kon meepraten over de opbouw van het bovenhuis. Cor en ik namen samen de balken door en het bleek dat ik ze allemaal goed onthouden had. Ik had nog wel en vraag want in de tekening worden een paar balkjes niet vernoemd. Tussen de steenlijst en de daklijst zitten nog een aantal schuine balkjes waar in de lesstof geen naam bij staat, ze lijken op de weegbanden die onder de steenlijst zitten.
Volgens Cor zijn dit de "soldaatjes". Kijk, weer en leermomentje.
Hij wist te vertellen dat er in het voormalige bovenhuis van de broekmolen een constructiefout zat. De weegbanden van de zijbinten (schuine balkjes aan de zijkant van het bovenhuis die voor extra stevigheid zorgen) waren trekkend geplaatst i.p.v. stekend. dat wil zeggen dat de weegbanden op de verkeerde manier schuin geplaatst waren. "Trekkend" wil zeggen dat ze op trek belast worden en dat is niet goed. Op die manier worden de houten pennen (die de weegbanden op hun plek houden) belast en die kunnen die krachten niet hebben. De weegbanden worden normaal gesproken "stekend" geplaatst zodat de banden zelf op druk belast worden en niet de pennen.
De nieuwe voegburrie van de Broekmolen met daarin de achterzomer, de middenzomers, de voorzomer en de twee voegburriebalken...
We liepen even naar buiten waar en aantal, inmiddels gerestaureerde, onderdelen lag afgedekt met zeilen. Cor tilde een zeil op en liet de "nieuwe" koker zien. De koker is een holle pijp gemaakt van balken en planken, de kokerstijlen en de kokerplanken. Binnen deze koker draait de koningsspil. Op de koker zitten de onder- en de bovenzetel waar het bovenhuis op rust en wat fungeert als het draaipunt om de molen op de wind te zetten.
Een doorsnee tekening van een wipmolen, ook wel "kokermolen" genoemd. In het midden is de koker goed te zien die begint in de ondertoren en gedeeltelijk doorloopt in het bovenhuis. (Bron: http://www.gemaalhaastrecht.nl/)
We liepen verder door het bedrijf en kwamen aan bij de bovenas van de broekmolen. Cor vertelde dat waarschijnlijk het hele bovenwiel vernieuwd moet worden omdat het in erg slechte staat is. Waarschijnlijk zijn alleen de kruisarmen nog te gebruiken.
De kopzijde van de boven-as met rechts het bovenwiel met een stalen voering.
Cor legt uit dat je niet zomaar alles aan een molen kunt vervangen. De meeste molens hebben een monumentenstatus en dat betekent dat je zoveel mogelijk oude onderdelen en materialen moet hergebruiken zodat de molen de monumentenstatus kan behouden.
We lopen verder naar achteren en komen bij het "magazijn" van het bedrijf. Er liggen dikke balken in hoge rekken. Tussen de rekken staat het nieuwe stormbint.
Het nieuwe stormbint (voorzijde van het bovenhuis van een wipmolen...)
Voor de duidelijkheid, het bint ligt op z'n zij. De schuine balken vooraan zijn de kruisschoren die in de voorzomer komen, dan volgt de kruisbalk en helemaal achterin de tempelbalk. In de groeven die in het midden van de kruisbalk en de tempelbalk zitten, wordt later de borstnaald bevestigd.
Rechts achterin de erkplaats ligt een dikke balk van wel 20 meter lang. Dit zou de staartbalk moeten worden ware het niet dat de balk is afgekeurd. In het midden van de balk zit een dikke scheur en kan daardoor niet gebruikt worden.
Tussen wat andere houten onderdelen zie ik ineens iets bekends. Het is een model wat we in de gieterij ooit gebruikt hebben om gietijzeren kruirollen van te gieten. Kruirollen zijn de rollen waar bijv. de kap van een bovenkruier over draait.
Een klant betaald voor een model dus als de gieterij klaar is met produceren dan wordt het model samen met het gietwerk geleverd aan een klant.
Leuk dat ik het model vind want ik kan Cor nu uitleggen hoe dat gieten in z'n werk gaat. A.d.h. van het model leg ik hem uit hoe de vorm wordt opgebouwd en hoe het vloeibare ijzer via diverse kanaaltjes bij de vormholten terecht komt. "Nooit begrepen hoe het nou echt zat", reageert Cor.
Cor vertelt me nog wat algemene dingen over molenbouw en gaat weer aan het werk. Ik loop zelf nog even door de werkplaats om al dat zware houtwerk te bewonderen.
M'n opa was ook houtbewerker maar hij zat meer in het fijne houtsnijwerk. De goede man leeft niet meer maar ook hij zou dit prachtig gevonden hebben.
Hier en daar maak ik nog een praatje met wat werknemers. Eén van de mannen staat met een lange beitel een rechthoekig gat uit te steken wat hij eerder met een gatenfrees grof heeft uitgefreest.
Het uitsteken van een pengat...
Hij vertelt dat dit de steenburriebalk is en dat de pen van het kalf (soort dwarsbalk) in dit gat moet komen.
Het samenstel van deze balken noemt men een steenburrie en deze rust op de bovenzetel van de koker.
In de werkplaats loopt nog een heer rond met een camera. Aangezien ik zelf ook veel fotografeer besluit ik de man even aan te spreken. Hij heet Hans en hij fotografeert de restauraties van molens die onder de SIMAV vallen. Zijn foto's kun je hier bekijken. Hij heeft me later ook nog een link gestuurd van een fotoreportage van de nieuwbouw van de kap van de Mallemolen te Gouda, klik hier. Deze reportage laat goed zien hoe een kap opgebouwd wordt en hoe deze op een molenromp geplaatst wordt.
Ik loop nog even wat rond en besluit dan om op te stappen, het loopt tegen het middaguur aan en de mannen gaan zo beginnen met de lunch. Ik bedank iedereen voor de gastvrijheid en loop nog even naar het kantoor om afscheid te nemen van Alex. Daar ontstaat weer een leuk gesprek over het zijn van een MIO ofwel leerling molenaar. Hij benadrukt dat de theorie toch wel erg belangrijk is om goed door je examen te komen en dat ik daar dus voldoende aandacht aan moet besteden.
Ook kwam het bewerken van het hout nog even ter sprake. Hij vertelde dat het tegenwoordig best listig is om een molen te bouwen. Vroeger werden gekapte bomen eerst een jaar of 5 in een speciale waterput bewaard om de levenssappen er uit te laten vloeien. Daarna werden de stammen nog eens een jaar of twee gedroogd zodat het hout nagenoeg uitgewerkt was. Pas daarna werd het verzaagd.
Tegenwoordig kan dat allemaal niet meer. Niemand heeft de ruimte en/of het geld om hout jarenlang in water te bewaren en dan nog eens een aantal jaren te laten drogen. Tegenwoordig is het zo dat bomen bijna op bestelling gekapt wordt. Ze worden dan vrijwel meteen tot balken gezaagd en z.s.m. geleverd aan een klant. Nadeel daarvan is dat het hout nog helemaal moet uitwerken waarbij het behoorlijk kan vervormen. Het komt voor dat er bijv. een bovenhuis in elkaar gezet wordt om alles te passen. Daarna wordt alles weer uit elkaar gehaald voor transport. Als alles dan op locatie weer in elkaar gezet moet worden (kan weken later zijn) dan is de kans groot dat e.e.a. niet lekker meer in elkaar past. Gewoon omdat het hout nog aan het "werken" is.
Tenslotte laat hij nog even zien hoe de website van de SIMAV werkt, een erg interessante site met veel aanvullende info over bijv. houtsoorten, knopen en steken en molenconstructies.
Ik bedank ook Alex voor z'n gastvrijheid en z'n tijd en rij lekker binnendoor langs de Lek naar huis.
Weer een leuke dag, weer wat dingen geleerd en weer een leuke ervaring rijker.
Hallo Marcel,
BeantwoordenVerwijderenEen leuk stuk is het geworden.
Ik heb nog een mooie link van foto's voor je De Gelder heeft namelijk oop de Kop van de Mallemolen in gouda gemaakt.
Klik op deze link en je komt er vanzelf.
Groet Hans de Groot
http://picasaweb.google.com/molenmaker.degelder