zondag 6 maart 2011

Meedraaien op de Ster, deel 4

Lieve mensen,

Weer een aflevering van m'n molenlogboek. Het heeft even geduurd omdat ik de afgelopen tijd wat andere prioriteiten had. Ook begint het in de gieterij erg druk te worden waardoor ik nogal wat avonden zit over te werken.
Ik zat in de organisatie van een discofeest wat 19 februari plaatsvond en daar heb ik erg veel tijd in moeten steken. Was niet voor niks want het was een zeer succesvol feest, we hebben de omzet kunnen verdubbelen. Zoals jullie aan de rechterkant in m'n profiel kunnen lezen draai ik af en toe wat plaatjes op feestjes en zo ook bij dit feest. Klik hier voor wat foto's.
Daarbij ben ik ook nog erg druk geweest met een presentatie over m'n motorreis door Himalaya die ik vorig jaar gemaakt heb. Daarvoor moest ik nog erg veel foto's en video's uitzoeken. Hieronder één van de vele foto's:

Foto: Jos Gelissen
Op bovenstaande foto zit ik lekker een banaantje te eten net nadat we de Baralacha La pas (noord India,  4890 m) over gekomen zijn.
Maar dat even terzijde. De privédrukte is voorbij dus ik kan weer wat met molens gaan doen.
Ik hoop dat m'n weblog nu beter leesbaar is vanwege de nieuwe opzet.
Van veel mensen krijg ik te horen dat ze een reactie willen achterlaten maar dat dat niet lukte omdat je bij het vakje "reageren als" een keuze moest maken uit geregistreerde gebruikers. Het bleek dat dat een instelling was. Deze heb ik aangepast en nu kan iedereen reageren. In het vakje "reageren als" staat nu ook een optie "anoniem", deze kun je gebruiken als je wilt reageren.
Dus, als je een krabbel wilt achterlaten? Graag! Wel even je naam er bij zetten...
Voor zover jullie het nog niet wisten: als je op de foto's klikt dan krijg je een vergrotong te zien. Dus: wil je een foto wat beter bekijken? Klik er dan even op.
Door alle drukte loop ik 2 a 3 afleveringen achter op m'n weblog. Ik ga proberen om die  er versneld doorheen te krijgen, het kan dus zijn dat ik jullie mailbox deze week ga spammen.
Ik heb op 5 maart een dagje meegedraaid op de Kilsdonkse molen, een watervlucht- oliemolen in de buurt van Dinther. Daarover in een komend bericht meer.


Week 2 van dit jaar was een drukke "molenweek" Het begon met weer een periodieke overhoring van de lesstof bij molenaar Ingrid op dinsdagavond. Deze keer heb ik alles over de vang moeten leren. Na m'n sappie (ik lust geen koffie) en koekie kreeg ik een spervuur van vragen over me heen over de rem-inrichting van windmolens. Veel van de stof is stampwerk omdat elk onderdeel in de molen een eigen, vaak oud-Hollandse, naam heeft. Zo ook bij de vang: Vangblokken, teenstuk, sabelstuk, koebouten, belegstukken, bandvang, voorste hanger, lekenpen, maanijzers, noem maar op. En ik ben er zo slecht in, in dat stampwerk. Ik ben meer van het dingen oplossen door logisch na te denken en zaken in de praktijk leren.
Van alles wat ik lees schrijf ik een samenvatting. Door het op te schrijven blijft het wat langer in m'n kersepit hangen. En ik kan het naderhand nog eens in het kort nalezen. Het is erg veel werk maar het is mijn manier..
Volgens mij was Ingrid wel tevreden over de beheersing van de stof. Maar ja, het is maar een klein onderdeeltje. Veel heb ik al gehad maar ik moet ook nog veel stof behandelen. De belangrijkste stof heb ik wel gehad, de zaken die ik nu nog moet doornemen zijn aanvullende zaken zoals molenbiotoop, arbo, veiligheid enz.
Wat ik nog wel moet gaan leren en wat erg belangrijk is is het weer, daar heb ik eigenlijk nog maar weinig aan gedaan.
In een eerdere aflevering heb ik jullie verteld dat ik een weerlogboek bij hou. Elke dag kijk ik minstens één keer naar buiten om te zien wat het weer doet. Temperatuur, wolken, neerslag, windrichting, windkracht, druk, ik noteer het allemaal in een formulier.

Rolwolk boven Enschede. Deze kom je als molenaar liever niet tegen... (Bron: Wikipedia)
Met die vele waarnemingen begint dat formulier behoorlijke proporties aan te nemen. Kan echter nog niet zeggen dat ik al wat zou kunnen voorspellen. Maar ik ben pas 2 maanden bezig, misschien komt dat nog.
Ik noteer een hoop maar hoe het weer werkt weet ik nog niet precies, dat moet ik nu dus nog gaan leren. Eigenlijk is dat de stof waar je als leerling molenaar mee zou moeten beginnen. Tijdens je hele "loopbaan" als MIO kun je dan bewuster met het weer bezig zijn, je kunt er dan meer "gevoel" voor krijgen.
dat wordt dus m'n volgende leer-project: het weer.

Woensdagavond was er dan de nieuwjaarsborrel bij molen de Hoop. Het was verschrikkelijk slecht weer toen ik op m'n motor naar Loenen reed, de regen kwam met bakken uit de hemel. In het winkeltje van de molen brandde gelukkig de kachel.
Ik zie de vrijwilligers van de Hoop niet zo vaak meer omdat ik bezig ben met m'n "zwervende bestaan" als MIO. Daarom is zo'n avond als deze heel geschikt om weer eens bij te beppen.
Tijdens de bijeenkomst werden uiteraard de resultaten van het afgelopen jaar besproken alsook de plannen voor het nieuwe jaar.
Ook Paul Vesters van Het Utrechts Landschap was aanwezig om een verhaaltje te doen. Hij vertelde dat er van de overheid uit veel bezuinigd moet gaan worden maar dat deze regering wel hart heeft voor monumenten. Hij vertelde verder dat er een aantal projecten waren afgerond en dat er andere projecten gaan beginnen. Het HUL heft subsidies gekregen voor het opknappen van een tweetal molens waaronder die van Kockengen. Ook was er een subsidie ontvangen voor het opknappen van Kasteel Loenersloot.
Na de "plechtigheden"was het dan tijd voor een informeel samenzijn onder het genot van een hapje en een glühweintje.
Helaas regende het nog steeds touwtjes toen ik weer op m'n bromtol naar huis moest...

De donderdagavond was het dan (m)oliebollenavond voor de (leerling) molenaars voor de regio Utrecht/het Gooi.
De molenaars zijn lid van het Gilde maar zitten allemaal op hun eigen molen. Daarom zien ze elkaar niet zo heel erg vaak. Reden waarom er regelmatig van dit soort contactavonden georganiseerd worden. In eerste instantie heeft zo'n avond een informeel sociaal karakter, met z'n allen weer sterke verhalen uitwisselen over wat er de afgelopen tijd weer op de molen was gebeurd. Verder kunnen er op zo'n avond centraal wat mededelingen worden gedaan.  De avonden worden georganiseerd in de thuisbasis van het HUL, de villa op landgoed Oostbroek.
Met molenaar Piet van molen de Valk kon ik meerijden naar het landgoed. Onderweg hebben we nog wat zitten discussiën over het "pompend vangen" zoals ik dat in de vorige aflevering heb beschreven. Piet is sinds kort instructeur en ook van dit soort gesprekken met een instructeur leer je veel.
In de zalen van de villa Oostbroek was het inmiddels gezellig druk, er werden weer heel wat verhalen uitgewisseld.
Na de koffie en de nodige (m)oliebollen riep molenaar en voorzitter Ingrid haar kudde op orde en begon het officiële gedeelte van de avond.
Uiteraard was Paul Vesters hier ook aanwezig om zijn verhaal te doen.
Nadat alle plannen waren bekend gemaakt werden we getrakteerd op een fotoreportage van Judith Brandon en Marius van Wijk. Beide hebben prachtige molenfoto's gemaakt waarvan Judith een mooie reportage had samengesteld. Ik fotografeer zelf ook graag en veel (klik hier voor mijn foto's) maar vaak kijk ik nog wel eens met een jaloers oog naar de foto's van Judith... Het was een prachtige reportage.
Na de reportage was het tijd voor een molenkwis met als thema "2010". Molenaars Ingrid en Dick hadden weer heel wat "multiple-gok" vragen op papier weten te zetten. We werden opgedeeld in groepjes van 5 en met z'n allen bespraken we de vragen met hun antwoorden. Ik was de jongste van het stel dus ik werd aangesteld om de vragen met hun antwoorden voor te lezen. Tja dat heb je met die ouwe molenaars hè, die kunnen die kleine lettertjes niet meer lezen :-).
Omdat ik zelf nog MIO ben dacht ik dat ik maar weinig bij kon dragen aan het juist beantwoorden van de vragen. Achteraf viel dat best wel mee en had ik het bij veel vragen bij het juiste eind.
Helaas mocht het niet baten want we hebben de kwis niet gewonnen. Drie fouten was toch net iets teveel.
Maar dat mocht de pret niet drukken, het was een erg gezellige avond waarbij ik met veel bekende molenaars weer even bij heb kunnen beppen.


Ik had deze week bij de gieterij ook een mailtje van molenaars Peter en Jaap die m'n verhaal over gietijzer hadden gelezen. Zij konden bevestigen wat ik schreef over het ontwerp van boven-assen. Ik heb daarover geschreven dat het giettechnisch eigenlijk een slecht ontwerp is. Er is een heel abrupte wanddikte overgang van de hals (Ø350 mm) naar de wanden van het roegat (60 mm). Verder zitten er in de roegaten zeer scherpe hoeken. Ik heb aangegeven dat beide de oorzaak kunnen zijn van scheuren in de askop maar ik heb dat nooit kunnen onderbouwen met beeldmateriaal.
Ik heb bij molenaars wel eens gevraagd of ze gevallen kenden van afgebroken boven-assen en waar ze dan precies afgebroken waren. Er waren wel gevallen bekend maar die waren allemaal achter de hals (in het lijf) afgebroken. Totdat ik van Peter en Jaap foto's kreeg toegestuurd van boven-assen die in de askop gescheurd waren en die daarna gestropt werden.

Linksbovenin de askop is een behoorlijke scheur te zien...
Naar aanleiding hiervan is er wat mailverkeer geweest over de manier van stroppen hoe die over het algemeen werd toegepast en hoe ik daar over dacht.
De foto die ik van Peter kreeg liet zien hoe een as gebruikelijk gestropt word:
Gestropte boven-as...
Op de foto zijn links en rechts op de askop duidelijk twee stalen strips te zien die met trekstangen (stroppen), achter de askop langs, vastgezet zijn.  Die trekstangen kunnen alleen krachten opnemen in de richting waarin ze geplaatst zijn en dat is in dit geval in de lengterichting van de boven-as. Ik ga er van uit dat de meeste krachten op de askop komen te staan bij het (te snel) vangen. Die krachten staan dan loodrecht op de lengterichting van de boven-as. Mijn (misschien niet al te bescheiden) mening is dat deze trekstangen, zoals ze hier zijn toegepast, totaal geen nut hebben. Ik ben van mening dat een boven-as met scheuren in de askop gestropt moet worden zoals een houten boven-assen ooit werden gestropt:

 Houten boven-as zoals deze gebruikelijk gestropt wordt...
Om even kort te blijven, over dit soort zaken hebben Peter, Jaap en ik het gehad en daar komt waarschijnlijk nog een vervolg op. Ook weer heel leerzaam.
Was even een technisch stuk, excuses aan de lezers die dit totaal niet boeit.... 


En het werd vanzelf zaterdag 15 januari, molendag.
Eerst weer even het internet raadplegen voor het weer:


Windrichting: Zuid-west
Windkracht: 4 (24 km/u)
Temperatuur: 9°C
Luchtdruk: 1018 HPa
Vochtigheid: 94%
Bewolking: Stratus
Hoogte bewolking: Laag
Trekrichting bewolking: noord-oost
Neerslag: Geen
Weerkaart: Vanuit Engeland komt er een warmtefrontje op ons af.
Buienradar: buien trekken van ZW naar NO over NL.
Overige waarnemingen: Geen

Zoals te doen gebruikelijk hobbelde ik weer op m'n fietsie naar het molenpark in Utrecht. Ik zette m'n fiets in de schuur en het bleek dat er een feestje was geweest. Op de pollen van de zaagslede stonden allemaal vaasjes met rozen.

Zo wordt werken een stuk gezelliger...
Eerst weer ff bijbeppen met de molenaars (alsof we dat afgelopen donderdag al niet hadden gedaan) tijdens de koffie en thee.
Piet vroeg me of ik al gevraagd was door het regiobestuur om eens een voordracht te doen over gietijzer want dat leek hem erg interessant (ik ben inmiddels gevraagd, ik mag een presentatie geven op 2 april tijdens de algemene ledenvergadering). Er is ooit wel eens een presentatie over gietijzer geweest maar dat kon wel eens 10 a 15 jaar terug zijn.
In het verleden zijn er veel presentaties geweest van bijv. rietdekkers, houtbewerkers enz. en het meeste was ooit al eens behandeld. Toch leek het mij een goed idee om al dat soort zaken nog eens de revue te laten passeren en hier en daar eens een presentatie te herhalen. Dat zou je om twee redenen kunnen doen:
1. Technieken veranderen. Neem nu alleen het gietijzer, de laatste jaren zijn er best wel wat ontwikkelingen geweest en de stand van zaken is wezenlijk anders dan 10 jaar geleden.
2. Nieuwe molenaars. Elk jaar slagen er weer veel molenaars die al die "oude" presentaties nooit hebben meegemaakt, ook voor die molenaars zou je e.e.a. eens kunnen herhalen.
We boomden daar nog even over door waarna Henk en ik de kap in klommen om hier en daar wat te smeren. Er heerste een redelijke temperatuur dus de reuzel was zacht genoeg om uit te smeren over de hals en de pen. De molen stond nog in het werk maar er stond voldoende wind, dat was dus geen probleem.
De boel opgezeild, voorlopig alleen twee volle zeilen op de binnenroe.
Piet had inmiddels weer een stammetje uit het water getoverd welke Henk al half had geschild. Ik schilde de stam verder af op de sleephelling (ging nog bijna op m'n gezicht, zo glad is die helling) en Piet en ik trokken het ding samen naar binnen, geen zin om het sleepwerk in te schakelen, duurt te lang (dit is nou een typische "van-dik-hout-zaagt-men-planken"-houding).
Piet en Henk begonnen aan hun eigen hobby-projecten waardoor ik de kans kreeg om de stam helemaal zelf op te spannen. En met een klein beetje hulp is dat ook gelukt.
Beide molenaars hadden aangegeven dat ze wat eerder weg moesten, we konden dus niet de hele stam zagen. Joost stelde voor om dan de katoenen zeilen te gaan vervangen door WK77 (kunststof) zeilen.
Bij de ster is nog één roede uitgerust met 2 ouderwetse katoenen zeilen, deze zijn door Piet zelf gemaakt. Het nadeel van katoen is dat het snel rot als het vochtig is. Vandaar dat het in dit natte seizoen beter is om de zeilen te vervangen door zeilen van WK77. Dit is doek wat gemaakt is van kunststofvezels en bestaat voor ± 50% uit polyester.
Ik had nog nooit een nieuw zeil voorgelegd dus dat zou weer een leermomentje worden.
Joost zou bij het eerste end het zeil vervangen dan zou ik het bij het volgende end doen.
We hebben de molen stil gezet en we kropen de kap in om het rechter luik uit het voorkeuvelens te halen.
Door het luik heb je een leuk uitzicht over de omgeving:

Uitzicht over de westkant van de Leidsche Rijn. Linksbovenin de askop...
Joost ging naar beneden om onderaan het end het zeil los te maken. Daarna klom hij het hekwerk in om het zeil op ± een meter of 4 vanaf de askop door het hekwerk te steken. Dit gebeurt om de spanning van de linker- en rechter bovenhoektouwen af te halen zodat ze makkelijker los te knopen zijn.
Joost stond zowat boven in het hekwerk en maakte het rechterbovenhoektouw los. Hij leerde me om één been door het hekwerk te steken als je in de wiek bezig bent. De voet van dat been sla je dan weer om een heklat heen en zo ben je gezekerd.
Ik zat in de opening van het voorkeuvelens en van daaruit kon ik het linkerbovenhoektouw losmaken.

Zicht naar rechts vanuit het luik. Links de zeilarm met daaraan het linkerbovenhoektouw...
Vanuit het luik kon ik bij de zeilarm komen om het touw los te maken. Ware het niet dat de knoop aan de achterkant van de zeilarm zat en die was in de loop van de tijd behoorlijk strak gaan zitten. Daar moest dus toch even een mes aan te pas komen.
Nadat het touw losgesneden was liet ik het zeil voorzichtig vallen. Omdat het zeil nog door het hekwerk gestoken was viel het niet meteen naar beneden. Joost leerde me om op de juiste manier het zeil naar beneden te brengen.
Het langste gedeelte van het zeil (grootste gewicht) moet je altijd voor je hebben, tussen jezelf en het hekwerk in. Op die manier trekt het gewicht je naar het hekwerk toe. Als je het zeil achteloos over je schouder slaat waarbij het grootste gewicht op je rug hangt dan wordt je van het hekwerk afgetrokken.

Joost pakt het oude zeil bij elkaar terwijl hij naar boven klimt...
Verder moet je het zeil tussen je benen houden zodat het nergens naar toe kan waaien. En zo klim je dan in een soort "poephouding" met zeil en al naar beneden.

Joost heeft eerste zeil afgehaald en weer opgehangen. De wind was iets gekrompen waardoor de wind min of meer van de zijkant kwam en dat werkt niet lekker.
Toen ik aan de beurt was hebben we eerst molen op de wind gezet zodat ik de wind in m'n rug zou hebben als ik het hekwerk in moest.
Het volgende end voor laten komen en vast leggen met ketting. Zeil aan de onderkant los maken. Zeil wat oprollen en naar boven klimmen tot 1/3 onder de askop. Zeil optrekken en door het hekwerk heen steken zodat de spanning van de boventouwen af is Rechter bovenhoektouw los maken (been door de roede). Linker bovenhoektouw los maken. Zeil over schouder en met zeil tussen benen naar beneden klimmen.
Nieuw zeil uitrollen en lijnen netjes neerleggen. Rechter onderhoektouw vastmaken. Onderkant zeil moet halverwege onderste en een na onderste heklat zitten.
1/3 lengte van het zeil over de schouder, langste lengte tussen jou en het hekwerk in (gewicht trekt je naar het hekwerk toe en niet er van af). Naar boven klimmen met zeil tussen je benen, af en toe overpakken. Rechterbovenhoektouw door oog en met "katrol" op spanning zetten, daarna vastmaken met halve steek.
Linkerbovenhoektouw aangeven aan hulp die in het luik van de voorkeuvelens zit. Zelf naar beneden klimmen om te kijken hoe het zeil hangt. Aan hulp boven doorgeven om te vieren of strakker te trekken om zeil mooi op het hekwerk te krijgen.
Nog even nageklept met de molenaars en daarna de boel opgeruimt. Weer een leerzame dag.


Donderdagavond 20 januari ben ik weer eens gaan klussen bij molen de Valk. Ik was al een tijd niet geweest omdat ik privé nogal druk ben of omdat ik moest overwerken.
De buil was al bijna af en zag er mooi uit.

De voorkant van de builkast met daarop de lagering van de rotor...

De zijkant van de builkast met een uitgenomen luik. Duidelijk is de ronde zeef te zien...
Er moesten nog wat kleine dingetjes afgewerkt worden. Tussen de luiken en de builkast moest wat schuimband geplakt worden om het het stof zoveel mogelijk binnen de kast te houden. Aan de achterkant van de buil was Paul begonnen met het maken van een speciale slede, daarop komt (tijdelijk!!!) een electromotor te staan omdat de windaandrijving nog even op zich laat wachten. Deze moet gemaakt worden door een molenbouwer en die zijn op het moment alemaal erg druk.
Paul en ik hebben samen de slee afgewerkt en de motor op z'n plek gezet. De week daarop zou de electricijn langskomen om de motor aan te sluiten.

De achterkant van de builkast met de aandrijving door de electromotor...
Vrijdag 28 januari zou de buil officieel in gebruik worden genomen en er moesten nog wat kleine dingetjes gedaan worden, die zouden dan de volgende klusavond afgemaakt worden.


Ergens aan het begin van de week, waarin de buil officiëel in gebruik genomen werd, heeft er nog een artikeltje in het AD gestaan. Molenaar Aart heeft het ingescand en even rond gestuurd:

Klik op het knipsel om de vergroting te lezen...

Vrijdagmiddag 28 januari: Officiële ingebruikname van de buil...
Die ingebruikname zou plaatsvinden onder het genot van een hapje en een drankje want de Valk had daarvoor van een plaatselijk bankfiliaal een aanzienlijk bedrag geschonken gekregen.
Het feest zou om een uur of 4 beginnen dus ik ben wat eerder gestopt met werken om er op tijd bij te kunnen zijn. Bij aankomst sprak ik de andere molenaars en die wisten vol trots te vertellen dat ze de avond daarvoor hadden proefgedraaid en dat was een groot succes.
Een aantal mensen heeft nog even een praatje gehouden waarna een cheque zou worden overgedragen. En op die cheque stond een bedrag van maar liefst 10.000 euro! Da's toch wel een aardige douw in je rug! Daarmee kunnen die oude machines weer draaiend gamaakt worden. De buil deed het inmiddels en nu was de waaierij aan de beurt.
De plechtigheden waren achter de rug en de aanwezigen waren toch wel erg benieuwd of de buil inderdaad werkte. En ik natuurlijk ook.
Met een aantal mensem op de luizolder (waar de buil staat) draaide Paul de knop om en de buil begon te werken. Het viel me op dat dat ding toch wel heel erg soepel liep ondanks z'n leeftijd en ondanks dat dat hele ding schroef voor schroef en plank voor plank uit elkaar had gelegen.
Nog even wat uitleg: Gemalen meel bestaat uit bloem en zemelen. Om de bloem te krijgen moet de meel gezeefd worden. Vroeger deed men dat met een zak van een bepaalde stof, een "buidel". Deze werd dan geschud waardoor het bloem uit de zak kwam en de zemelen in de zak bleven. Dit is men later machinaal gaan doen met een buil (verbastering van "buidel").
In de builkast draait een ronde zeef. Binnen die zeef draait een rotor die het meel steeds "opschudt". De bloem valt door de ronddraaiende zeef heen in een trog. Onderin de trog draait een schroef die de bloem naar een gat transporteert. De bloem valt dan door het gat en via een meelpijp wordt de bloem opgevangen in een zak.
De zemelen worden door de rotor naar een ander gat getransporteerd en ook opgevangen in een zak.
Ik stond er van te kijken hoe snel dat allemaal ging. Die buil deed in een paar minuten wat we in het verleden in een dag deden. In het verleden hebben we met de hand moeten builen en hadden we in een middag 5 kilo bij elkaar. Deze buil had een volle zak bloem binnen 10 minuten! Daar valt niet tegenop te malen!
Alles bij elkaar een mooie prestatie van de molenaars van de Valk!

 Zaterdag 29 januari:

Windrichting: Noord-Oost
Windkracht: 2 (8 km/u)
Temperatuur: -5Luchtdruk: 1018 HPa
Vochtigheid: 94%
Bewolking: Geen
Hoogte bewolking: NVT
Trekrichting bewolking: NVT
Neerslag: Geen
Weerkaart: Er loopt een koudefront van Schotland naar Noorwegen en komt vanuit het NoordWesten op ons af.
Buienradar: Geen echo's
Overige waarnemingen: Geen
Weerkaart voor die dag:


Het was behoorlijk fris toen ik op m'n fietsie naar Utrecht reed. Wel een prachtige dag, het was kraakhelder. Even doorgereden langs de Leidse Rijn om te zien hoe de molen er bij stond. Hij stond mooi in de zon en daar heb ik uiteraard wat foto's van gemaakt:


Henk was er vandaag niet en Piet was druk bezig met het politoeren van een zelfgemaakte tafel.
We hebben samen even en bakkie gedaan en hij heeft uitgelegd wat dat politoeren nu precies is. Politoer is een laksoort (schellak) die is opgelost in alcohol. De lak die hij gebruikte was gemaakt van luizen. Juist ja, van die kleine kriebelbeestjes.
Van Piet kreeg ik ook nog een boek te leen, een cursus "zweefvliegen". Zweefvliegen??? Ja, zweefvliegen! Niet dat we nu gaan vliegen met de Ster maar zweefvliegers hebben natuurlijk ook altijd met het weer te maken. In dat boek wordt een stuk meteorologie behandeld wat erg interessant is voor molenaars.
In de schuur heerste een bijna serene stilte want we waren maar met z'n tweeën in de molen. De zon scheen door de ramen naar binnen en daardoor was de schuur mooi uitgelicht:




Er stond te weinig wind om te zagen dus zouden we voor de prins gaan draaien (onbelast).
We hebben samen de molen uit z'n werk gezet en ik mocht verder zelf de molen opstarten.
Molen op de wind gezet en zeilen voorgelegd. Was niet zo makkelijk want er stond zo weinig wind dat hij zelfs bij één zeil nog niet rond wilde. Ik moest 'm dus even helpen door het gevlucht een zetje te geven. Maar de stelling was wit van de rijp en daardoor spekglad. Ik kon daardoor niet echt lekker afzetten waardoor het gevlucht onder 45° stil kwam te staan. Met de pikstok het volgende end voor getrokken en het tweede zeil voorgelegd. Daarna ging het gelukkig allemaal vanzelf.
De molen draaide (niet van harte) z'n rondjes. Piet was nog steeds aan het politoeren en voor mij was er weinig te doen. Piet (zelf ook zeilmaker) heeft me daarom een 2-tal knopen geleerd: een kruis- of genaaide takeling en een oogsplits.
Een kruistakeling wordt toegepast aan het einde van een touw of lijn. Als een touw wordt afgesneden dan rafelen de strengen vaak uit elkaar. Een kruistakeling voorkomt dat.
Piet haalde ze zeilmakers gereedschap en wat touwen voor de dag en deed de eerste takeling voor. Daarna mocht ik het zelf eens proberen. En, al zeg ik het zelf, het eerste resultaat was niet onaardig.

M'n eerste genaaide- of kruistakeling...
Ook Piet was tevreden en ik kreeg de opdracht om nu een kruistakeling aan te brengen op één van de zwichtlijnen. Deze was behoorlijk aan het rafelen en dat moest nodig gestopt worden.
Ik had net een kruistakeling gemaakt met natuurtouw en de zwichtlijnen waren van een kunstofvezel. Dat zou een stuk moeilijker worden omdat die vezels een stuk gladder zijn.
Ik naar boven met naald, draad een mes en een aansteker. Piet wist niet meer bij welk end de gerafelde zwichtlijn zat dus dat was even zoeken. Met de vang liet ik end voor end voorkomen om de boosdoener op te sporen. Gelukkig, bij het tweede end zag ik een gerafelde zwichtlijn.
De lijn was lang genoeg dus ik kon lekker op de stelling gaan zitten om de takeling te maken.
Ik had een stuk kunststofdraad afgesneden en in een vlammetje van de aansteker had ik het eindje aan elkaar geschried zodat het niet meer kon rafelen. Terwijl ik de draad door het oog van de naald probeerde te friemelen liet ik de naald per ongeluk vallen. En je raad het al, door de stelling viel de naald op het dak van de schuur. Gelukkig is de het dak makkelijk bereikbaar door een luik in de stelling en een laddertje.
Bij de tweede poging lukte het dan om een mooie takeling aan te brengen, de zwichtlijn was nu beveiligd tegen uitrafelen. Ik had er wat foto's van maar die kan ik helaas niet meer terugvinden.
Ik zette de zwichtlijn vast en lichtte de vang weer.
Ik heb nog even een rondleiding gegeven aan een steletje uit Hong Kong en daarna was ik tot op het bot koud want ondanks de zon was het nog steeds ruim onder 0°.
Piet was nog steeds bezig met z'n tafel en inmiddels waren ook de muzikanten van de het gezelschap "de Baviaen van Schurhoff" aangeschoven. Piet nam even de tijd om me te leren hoe ik en oogsplitsing moest maken. Onder het genot van de klanken van gezellige zeemansliederen was ik bezig een oogsplitsing te maken. De strengen van het touw moesten uitgerafeld worden en daarna weer tussen de strengen van het touw gewerkt worden. Het was even pieren maar het is uiteindelijk gelukt.

Ook deze oogsplits heb ik als eerste bij natuurtouw gemaakt en daarna bij een touw van kunststofvezels. Dat is nog meer pieren omdat deze strengen erg gled zijn en makkelijk glijden. Maar het is allemaal gelukt en de Ster is weer een wurgtouw rijker.
Omdat er weinig te doen was zijn we op tijd gestopt. Ik heb de molen afgezeild en weggezet, daarna nog even nakleppen met Piet en Joost en weer lekker op m'n fietsie teruggehobbeld naar de Meern.

Tot zover dit epistel. Nogmaals excuses dat het even geduurd heeft.
In de volgende aflevering wat sterke verhalen over het uit het water halen van een beukestammetje.
Bedankt voor het lezen en tot dan!

1 opmerking:

  1. Dag Heesface,
    In de verkeerde volgorde gelezen maar het plezier is er niet minder om. Druk baassie mag ik wel zeggen.
    groetings,
    Jan.

    BeantwoordenVerwijderen