Zoals eerder gelezen zat mijn stageperiode bij de Kilsdonkse er eind april op. De volgende molen op m'n "verlanglijstje" was paltrokmolen de Eenhoorn in Haarlem. Over die molen gaat een groot gedeelte van deze aflevering.
Veel leesplezier!
28 april Contactavond GVM
De afdelingen van het GVM organiseren periodieke contactavonden. Veel molenaars hebben een "eigen" molen en hebben dardoor niet veel contact met andere molenaars. Daarom worden er contactavonden georganiseerd zodat men weer eens kan bijpraten. Tijdens deze avonden worden ook nieuwtjes gebracht en worden er (foto)presentaties gegeven.
Op 28 april was er dus weer een contactavond.
Lekker binnendoor ten zuiden van Utrecht naar Oostbroek gereden, ik was net op tijd binnen. Paul (onze contactpersoon binnen het HUL) deelde mee dat nu ook de Gezina opgeknapt gaat worden. De Gezina is een molenstomp even ten westen van Groenekan).
Daarna hield molenbouwer Bart van een molenbouwbedrijf een praatje. Het komt nogal eens voor dat molenaars zelf aan de molen klussen. En dan gebeurt het ook nogal eens dat er grote(re) klussen aangepakt worden. We zijn natuulrlijk trotse molenaars en we kunnen alles zelf! Hij noemde als voorbeeld dat een molenaar zelf het bovenwiel in het goede spoor wilde krijgen door het aanslaan van de wiggen. Het werd alleen van kwaad tot erger. Het bovenwiel draaide ging steeds verder uit het spoor draaien. De molenaar dacht geld te besparen maar uiteindelijk moest er toch een molenbouwer aan te pas komen om de boel te corrigeren. De molenbouwers waren nu 2 x zo lang bezig om het wiel weer in het goede spoor te krijgen en de "besparing" liep daardoor aardig in de papieren.
Moraal van het verhaal: denk niet te snel "kan ik zelf wel" maar roep hulp in als je ook maar enigszins twijfelt aan je eigen capaciteiten.
Daarna was het woord aan Jan van Es. Hij heeft een boek geschreven over de geschiedenis van het Grootwaterschap van Woerden, het boek heet "Genswater".
Korte samenvatting: in de 9e en 10e eeuw begon men stukken veenland te ontginnen. Reden was dat de bevolking groeide, er was woonruimte nodig en ruimte om meer landbouw te bedrijven. Veen is drassige grond dus het water moest afgevoerd worden. Dat deed men toen simpelweg door sloten en vaarten te graven naar lagergelegen rivieren, bijv. de Hollandse IJssel, die uiteindelijk in zee uitkwamen.
Binnen het gebied wat nu Nederland heet waren er meerdere machthebbers bijv. de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht. De graaf wilde z'n macht uitbreiden. Hij won de slag bij Vlaardingen en annexeerde een deel van Utrecht, de grens werd verplaats van Vlaardingen tot aan Woerden. Gevolg was natuurlijk dat Holland en Utrecht niet de beste vrienden waren. Het "afwateren" van de Utrechtse polders via rivieren door Holland werd stopgezet door een grote dam aan te leggen in de Hollandse IJssel. Utrecht moest z'n water dus maar via andere waterwegen af gaan voeren. De Bisschop stapte naar de hoogste instantie en legde dit probleem voor bij de keizer. Die besloot dat de dam doorgestoken moest worden en gaf opdracht om vanuit Utrecht kanalen te graven richting het noorden zodat er afgewaterd kon worden in de Haarlemmermeer en het IJ.
Ik ben zelf niet zo'n geschiedenisfanaat maar ik vind het wel erg interessante materie. Molenaar Piet van de Oukoper molen bij Breukelen is ook eens in de geschiedenis van z'n molen gedoken en ook hij heeft daar een leuk boek over geschreven wat ik een paar jaar geleden gelezen heb.
Moet ik toch m'n geschiedenis maar eens wat bijschaven. Eerst m'n examen maar eens halen, daarvoor moet ik ook al genoeg lezen.
30 April
Ik ben niet zo'n koninginnedagvierder dus besloot gewoon mee te gaan draaien op een molen. Een week of twee voordat ik zou stoppen bij de Kilsdonkse heb ik via de mail contact opgenomen met Jos, de molenaar van paltrokmolen de Eenhoorn in Haarlem. Ik hoorde van meerdere molenaars dat het leuk is om daar eens mee te gaan draaien.
Ik kreeg een leuk mailtje terug. Jos was ook bij de ledenvergadering van het GVM in Huizen geweest en had mijn presentatie gezien. Aangezien hij modelbouwer is en ik in de gieterij met modellen (mallen) werk hebben we nogal wat raakvlakken. Om kort te zijn: ik was welkom om eens een tijdje mee te draaien.
Bij de Kilsdonkse molen begon men 's morgens al om 9:00. Bij de Eenhoorn wordt om 10:30 begonnen, ik had 's morgens dus tijd over.
Windkracht: 3
Temperatuur: 10°C
Luchtdruk: 1012 HPa
Vochtigheid: 92%
Bewolking: Helder
Hoogte bewolking: NVT
Trekrichting bewolking: NVT.
Neerslag: geen
Weerkaart: Uitloper van een koufront boven het noord-oosten van ons land, zal waarschijnlijk geen effect hebben.
Overige waarnemingen: Geen
Buienradar: geen echo's
Lekker stukkie binnendoor (rode lijn)...
Altijd weer leuk, dat binnendoor rijden, je rijdt door de leukste dorpjes zoals bijv. Bilderdam en Vrouwentroost. En vrijwel altijd denk ik dan bij mezelf: "Wat is Nederland toch een prachtig land!"
Onderweg kwam ik heel wat mensen tegen die helemaal in het oranje waren uitgedost. Bij een bushalte zag ik een jonge vent, ook helemaal in het oranje met een krat bier tussen z'n benen, die was dus heel wat van plan.
Toen ik over de Aalsmeerderdijk reed zag ik al heel wat "oranje" bootjes richting Amsterdam varen. Veel hossende jongeren op een bootje, harde muziek en een hoop bier. En dat om 9:45...
Toen ik over de Aalsmeerderdijk reed zag ik al heel wat "oranje" bootjes richting Amsterdam varen. Veel hossende jongeren op een bootje, harde muziek en een hoop bier. En dat om 9:45...
Om 10:15 parkeerde ik m'n bromtol bij het voetpad wat naar de Eenhoorn loopt. Ik liep naar de molen maar de hekken waren nog dicht. Uiteraard, want we hadden om 10:30 afgesproken. Gaf mij de kans om eens even langs de molen te lopen en alles goed te bekijken. Wel heel apart om zo'n werkplaats "in de open lucht" te zien. Alles op de zaaggrond (werkvloer van een paltrok) staat, ligt of hangt in min of meer de open lucht.
De "zaaggrond" van een paltrok...
Nadat ik de molen even bekeken had ging op een bankje zitten en genoot van het uitzicht over het Spaarne.Het Spaarne...
Kort daarna arriveerde molenaar Joyce op haar fiets. We hadden elkaar al wel een keer gezien tijdens de ledenvergadering van het GVM maar we hadden elkaar nog niet gesproken. Even kennis gemaakt en ze nodigde me uit om verder te komen. M'n spullen kon ik kwijt op de raamzolder.
Joyce was bezig met de koffie terwijl ik even een kijkje nam op de raamzolder. Het is erg krap en "kruip-door, sluip-door" in een paltrok.
Even later kwam ook molenaar Jos aan. Nadat we kennis hadden gemaakt begon hij meteen te vertellen over een probleem wat de Eenhoorn heeft. Maar goed dat ik al iets had gelezen over de opbouw van een paltrok want ik kreeg meteen heel wat namen van onderdelen om m'n oren.
Een paltrok is een onderkruier. Een bovenkruier is en molen waarvan alleen de kap op de wind gedraaid kan worden. Bij een onderkruier wordt de gehele molen op de wind gezet.
Klik hier om te zien hoe de (onderkant van een) paltrok is opgebouwd, dat scheelt mij een hoop schrijfwerk en wie kan dat beter uitleggen dan de molenaar zelf.
Het blijkt dat de molen iets scheef op de ringmuur staat.
De kruivloer en overring moeten in één lijn staan...
Op de bovenstaande foto zie onderaan de ringmuur, met daarop de kruivloer. Daarboven de rollenwagens en de overring. De kruivloer en de overring moeten in één lijn staan.
Ook is er een spoorstok over een kruirol heen geschoten, er zitten nu dus 2 spoorstokken tussen 2 rollen.
Ook is er een spoorstok over een kruirol heen geschoten, er zitten nu dus 2 spoorstokken tussen 2 rollen.
Een "overgestoken" spoorstok...
In het midden van de foto hierboven zien we een kruirol. Direct links van de rol zien we het uiteinde van een spoorstok liggen die daar niet hoort, deze hoort 30 a 40 cm rechts van de kruirol te liggen. Linksbovenin zie je nog net een kaal plekje hout, daar had de spoorstok moeten liggen.
De spoorstokken zitten met een kraag om de koning, Het is de bedoeling dat ze de rollenwagens op de kruivloer houden maar dat is nu dus niet het geval. Ook is de overring op t.p.v. een verbinding een stuk naar binnengedrukt.
In elkaar gedrukte verbinding van de overring...
Hierboven zien we linksonderin, boven de rol, een verbinding van de overring die niet meer netjes aansluit. Dat gedeelte van de overring wordt door de druk van de steunbeer (schuine balk) iets naar binnen gedrukt.
De zaaggrond van een paltrok bestaat uit 4 lange vloerliggers die een behoorlijk stuk buiten de ringmuur steken. De uitstekende delen van deze vloerliggers worden ondersteund door steunberen die schuin rusten op de overring.
De zaaggrond die door steunberen ondersteund wordt
Waarschijnlijk is de druk op die steunberen te groot (geweest) waardoor de verbinding van de overring in elkaar gedrukt is. Verder was te zien dat de molen niet overal op de rollen staat. Op een bepaalde plaats zat er wel 3 a 4 cm ruimte tussen de rollen en de overring. Dat is waarschijnlijk ook de plaats waar de spoorstok over een rol is geschoten.
Tenslotte ligt ook de kruivloer niet mooi concentrisch op de ringmuur.
Jos had een mooi stukje gereedschap meegenomen om e.e.a. op te meten. Een erg handig apparaatje waarmee je een straal laserlicht op een opperblak projecteert. Het apparaat meet de tijd hoe lang het duurt voordat de reflectie van het licht terug is bij het apparaatje en rekent dit dan om in een maat. Dus: richten, even wachten en dan heb je de maat. Scheelt een hoop geëmmer met een rolmaat.
Met dit apparaatje wilde Jos de afstanden meten van de kruivloer, rollenwagens en overring totaan de koning. Even kijken of de boel nog wel mooi rond is.
We liepen nog even om de molen heen en Jos liet me een stuk hout zien waar een datum was ingekrast:
De datum is voor de helft weggevallen maar hoogstwaarschijnlijk staat er "17 8/23 76" ofwel 23 augustus 1776. Zo oud is deze molen dus al.
We liepen nog even om de molen heen en Jos liet me een stuk hout zien waar een datum was ingekrast:
De datum is voor de helft weggevallen maar hoogstwaarschijnlijk staat er "17 8/23 76" ofwel 23 augustus 1776. Zo oud is deze molen dus al.
Na dit hele verhaal waren ook hulpmolenaars Ger en Wiebe naar de molen gekomen. Ger was lekker met z'n bootje gekomen welke hij aan het steigertje had gelegd. Hij schijnt al een lange tijd mee te draaien bij de Eenhoorn. Wiebe is een paar maanden geleden vrijwilliger geworden.
We hebben even kennis gemaakt waarna Joyce naar beneden kwam met de koffie.
Na de koffie met de gebruikelijke koek ging Joyce voorbereidingen treffen om de molen op te starten. Jos Ger en Wiebe zijn aan de gang gegaan met de nogal omvangrijke meetklus. Het leek me erg interessant om te kijken wat nu de problemen zijn maar ik moet ooit nog een examen doen dus ik ben Joyce gaan helpen.
Joyce is een dame die het molenaarsgebeuren al met de paplepel ingegoten heeft gekregen. Ze doet het al 20 jaar en is inmiddels instructeur, daar kan ik dus nog wat van leren.
Als eerste werd de molen op de wind gezet. Omdat e.e.a. nogal zwaar loopt heeft men destijds een electrische lier aangebracht.
De electrische lier...
Vanaf de molen wordt een kruikabel met lus om een kruipaal gelegd. De kruikabel loopt via een katrol die bij het kruiwiel aan de staartbalk bevestigd is. Met een druk op de knop begint de lier de kabel in te halen en met veel gekraak draaide de molen naar de wind.
De kruiketting die overgaat in een staalkabel die via een katrol op de staartbalk naar de lier loopt...
Het kruien gebeurt hier dus met een druk op een knop en vandaar dat de Eenhoorn wel eens gekscherend een "duimkruier" genoemd wordt.
Joyce liet me verder m'n gang gaan en zou wel ingrijpen als het fout ging.
Ik ben begonnen met het smeren van de pen en de hals. Joyce legde uit dat er twee bliksemafleiders zijn: één op de roe en één via een sleepcontact op de pen. De Eenhoorn heeft een zg. Vlaamse vang.
Ik keek verder even rond in de kap en ik mistte de vangbalk. Die hing een zolder lager en wordt bedient met een binnenvangstok. De verbinding tussen de vangbalk en de vang wordt gemaakt door een "sabelhout" i.p.v. een sabelijzer.
De vangbalk met de binnenvangstok...
Op de vraag of er misschien nog ergens een leken-pen zat kreeg ik als antwoord dat er geen lekenpen was maar wel een "lekensteen". Een brok steen van ± 25 kg welke met een touw aan de vangbalk hangt.
De "lekensteen"...
Dit extra gewicht zorgt ervoor dat de vang moeilijker te lichten is door "leken", een soort beveiliging, dus.
De lekensteen hangt op de raamzolder en moet daar op de werkbank gelegd worden. Op dezelfde plaats moet ook de pal uit het bovenwiel getrokken worden.
De Eenhoorn heeft twee vangtouwen.
Twee vangtouwen...
Hierboven zien we twee vangtouwen aan de vangstok gebonden. Het rechtse touw gaat door een gat in de vloer van de raamzolder en is te bedienen vanaf de zaaggrond, het linkse touw gaat via een klein gat in de borst naar buiten zodat je de vang ook kunt bedienen bij het gevlucht. Vanaf het vangtouw op de zaaggrond is het gevlucht niet te zien, vandaar dat er een tweede touw bij het gevlucht te bedienen is.Beide touwen liggen opgerold op de raamzolder en moesten even door de betreffende gaten neer gelaten worden.
Daarna liepen we naar beneden en klommen we op het schavot om het gevlucht op te zeilen. Het schavot is een soort balkon aan de voorkant van de molen waar het gevlucht bedient kan worden.
Het tweede vangtouw voor de borst van de molen...
Er stond een behoorlijke wind en de meeste molens zouden ook zonder zeilen al behoorlijk snel voor de prins kunnen draaien.. Een paltrok heeft geen koningsspil zoals bij zaagmolen de Ster. Het krukwiel (wat op kruk-as zit) wordt direct door het bovenwiel aangedreven. De zaagramen draaien dus altijd mee. Daarom stelde ik voor om te beginnen met 4 halve zeilen.
Ik maakte de roeketting en bliksemkabel los waarna ik het eerste zeil uitrolde en vastmaakte. Daarna was het de beurt aan de zwichtlijnen. De onderste twee zijn niet zo moelijk om het hekwerk te slaan. De bovenste lijn was toch wel even wat anders aangezien het gevlucht van een paltrok erg kort voor de borst langs draait. Bij een ronde molen heb je ruimte om de zwichtlijn zo hoog mogelijk en in een ruime bocht om een heklat te slaan. Dat was nu wel even anders. Eigenwijs als ik ben probeerde ik het eerst zelf. Met veel geklooi lukte het dan toch maar voor het mooie zat de lijn toch nog één heklat te laag.
Ik zette alle touwen vast en liet met het vangtouw het volgende end voorkomen. Terwijl het tweede end naar beneden kwam vroeg Joyce plagend: "Ik dacht dat je 4 halfjes zou voorleggen?" Deksels, dat was zo! Ik had een mooie volle voorgelegd! De laatste maanden was er op zaterdag zo weinig wind dat we bij de Kilsdonkse altijd 4 volle zeilen voorgelegd hadden. Dat zat nog zo "in m'n systeem" dat ik dat nu weer deed! Stom!
Joyce vond het geen probleem, dan deden we toch twee volle en twee halve?
Bij het tweede zeil lukte het me helemaal niet om die bovenste zwichtlijn over de juiste heklat te slingeren, ik was blij dat Joyce zoveel geduld had. Uiteindelijk toch maar eens gevraagd of ze het voor wilde doen. En het is inderdaad een bepaalde slag. Na nogmaals een beetje klooien lukte het me dan uiteindelijk.
Nadat het gevlucht was opgezeild en ik de rest had gewaarschuwd lichtte ik de vang. De molen kwam langzaam op gang en ook de zaagramen begonnen te bewegen.
Op één van de zaagsledes lag een oude biels die een klein beetje was ingezaagd. Hij was ooit eens opgespannen voor een demonstratie.
De biels was op een gegeven moment ver genoeg voorbij het zaagblad gekomen om een verankering aan te leggen. Joyce was al aan het zoeken naar een geschikte schotel. Een "schotel" is een korte balk die dwars op de zaagslede gelegd wordt. Meerdere van deze schotels worden over de zaagslede gelegd en daarop wordt een boomstam gelegd om deze in te spannen.
Ik hielp Joyce door te zoeken naar opvulplaatjes en wiggen. Toen alles onder de biels lag en het balkijzer in het pollenstuk gestoken was probeerde ik weer eens een wurgknoop te leggen en dat lukte, ik had dat ooit nog eens bij zaagmolen de Ster geleerd. 't Was geen mooie wurgknoop maar de boel lag wel vast.
Opgespannen boomstam. Linksbovenin zie je de pollenstukken (groen) met daarin de gaten voor de balkijzers. De balkijzers liggen over de stam heen en zijn d.m.v. een wurgtouw met wurgknoop verankerd aan de zaagslee. Onder de stam zie je de "schotels"...
Het bleek dat de wind erg wispelturig was en ook nog net te zwak. Joyce besloot om van de twee halve zeilen maar twee volle te maken. We liepen samen naar het schavot waar ik de vang bediende om de boel stil te zetten. Het eerste end had ik zonder al teveel problemen beneden, het is toch altijd weer even wennen, zo'n vang van een (voor mij) nieuwe molen.
Ik hielp Joyce door te zoeken naar opvulplaatjes en wiggen. Toen alles onder de biels lag en het balkijzer in het pollenstuk gestoken was probeerde ik weer eens een wurgknoop te leggen en dat lukte, ik had dat ooit nog eens bij zaagmolen de Ster geleerd. 't Was geen mooie wurgknoop maar de boel lag wel vast.
Opgespannen boomstam. Linksbovenin zie je de pollenstukken (groen) met daarin de gaten voor de balkijzers. De balkijzers liggen over de stam heen en zijn d.m.v. een wurgtouw met wurgknoop verankerd aan de zaagslee. Onder de stam zie je de "schotels"...
Het bleek dat de wind erg wispelturig was en ook nog net te zwak. Joyce besloot om van de twee halve zeilen maar twee volle te maken. We liepen samen naar het schavot waar ik de vang bediende om de boel stil te zetten. Het eerste end had ik zonder al teveel problemen beneden, het is toch altijd weer even wennen, zo'n vang van een (voor mij) nieuwe molen.
Het tweede end gaf meer problemen. Ik was steeds net iets te laat en dan laat ik 'm liever doorgaan dan dat ik de "noodrem" gebruik. Ik moest het end twee keer laten doorgaan voordat ik 'm beneden had. Uiteindelijk lagen er dan 4 volle zeilen op.
Buiten de opgespannen biels lag er geen hout op de zaaggrond. Ger was bezig om een grote houten stam te slepen.
Vroeger lag er om elke paltrok een ringsloot. Uit deze sloot konden dan houten stammen gehesen worden met de kraan die aan één van de uiteindes van de zaaggrond staat. Vanwege ruimtegebrek is de ringsloot er niet meer en dat geeft een klein probleempje: je moet dan altijd de hele molen draaien om de kraan boven een stuk hout te krijgen.
Wat men bij de Eenhoorn gewoonlijk doet is meerdere stammen en stukken hout rond de molen leggen. Op die manier maakt het dan niet zoveel uit hoe de molen staat, er ligt dan altijd wel een stam onder de kraan.
Ger had de molen vastgezet met een andere kruikabel zodat de electrische lier vrij was. Met deze lier en wat katrollen werd er een stuk hout tot onder de kraan gesleept. Toen het stuk bijna onder de zaaggrond lag werd de kraan in stelling gebracht om het brok hout op de zaagvloer te hijsen.
Op de raamzolder van de paltrok staat de winderij. De winderij is een door wind aangedreven lier welke ook een krabbelwerk heeft. Voor meer info klik hier of lees nogmaals deel 3 van m'n avonturen op de Ster.
De winderij voor de kraan...
Het krabbelwerk werd in z'n "vrij"gezet zodat we de haak konden laten zakken. Nadat Ger het stuk hout aangepikt had werd het krabbelwerk ingeschakeld en kwam het stuk hout stukje bij beetje omhoog. Aangezien dat erg langzaam gaat hadden we even tijd voor een bammetje en wat drinken.Jos had inmiddels een hele lijst met maten. Er zaten inderdaad behoorlijk wat verschillen in. Hij zou ze thuis uitzetten in een tekenprogramma om te kijken hoe de rondheid was van de kruivloer, de wagens en de overring.
Op het moment dat het stuk hout bijna op de zaaggrond lag moest ik er helaas vandoor, ik had beloofd om die dag ook nog even bij m'n eerste instructiemolen langs te gaan en eens te kijken hoe het daar ging.
Ik bedankte iedereen voor de wijze lessen en bromtolde daarna via de N201 op m'n gemakkie naar Loenen aan de vecht.
Daar aangekomen zag ik dat de Hoop met twee volle zeilen behoorlijk snel liep. Ik parkeerde m'n eigen molen (motor) en bij binnenkomst hoorde ik dat er gemalen werd. Ik viel dus met m'n neus in de boter (of moet ik zeggen "meel"?) want er wordt niet zo heel vaak gemalen op de Hoop.
Ik klom de 4 trappen omhoog en zag wel erg veel beestjes vliegen. Op de maalzolder aangekomen trof ik Ingrid en Dick die, zoals gezegd, driftig aan het malen waren.
Het bleek dat er een meelmottenplaag was. De beestjes hadden al een aantal (jute)zakken graan zodanig aangevreten dat ze niet meer gebruikt konden worden. De rest van de zakken wilde Ingrid zo snel mogelijk wegmalen zodat die niet aangetast konden worden.
Dick en ik zorgden voor het volhouden van het kaar en Ingrid stond aan de meelbak. Ook hier was de wind erg wispelturig, de ene keer stond de molen echt stil, de andere keer draaide hij 60-65 enden, echte werkwind, dus.
Er is nog aardig wat bezoek geweest die Dick en ik rondgeleid hebben. En Ingrid deed haar verhaal bij de meelpijp.
Totaal moest er 360 kg gerst gemalen worden maar Ingrid twijfelde of het voor vijven zou lukken. De wind nam wat af en werd steeds wispelturiger. Ze besloot om er nog twee halve zeilen bij te leggen.
Zo gezegd en gedaan en Ingrid zette haar kerels aan het werk. Dick bediende de vang en ik deed de zeilen.
We hebben even met twee volle en twee halve gedraaid maar dat was nog niet voldoende, Ingrid maakte er uiteindelijk 4 volle van.
De wind bleef wispelturig maar als het dan waaide dan ging het ook echt hard. Ik heb zelden een loper zo hard zien draaien. Het had wel het gewenste resultaat want even na vieren verdween de laatste gerst vanuit de schuddebak het kropgat in.
Dick en ik zouden de molen opbergen en Ingrid zou de maalkuip schoonmaken, daarna hebben we de zakken meel (18 stuks) afgeschoten. Nog even de administratie bijwerken (1832 omwentelingen) en daarna was het tijd om naar huis te gaan.
Wederom een enerverend dagje in molenland!
Bedankt voor het lezen! De volgende keer meer over de Eenhoorn.
Groet,
Marcel
Bedankt voor het lezen! De volgende keer meer over de Eenhoorn.
Groet,
Marcel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten