zondag 19 december 2010

Meedraaien op de Ster, deel 1

In onderstaand bericht beschrijf ik wat ik de 4e december zoal heb uitgespookt op de Ster. Daarbij gebruik ik soms bepaalde molentermen. Hier en daar probeer ik deze te vertalen maar het gaat me iets te ver om echt alles uit te leggen. Zie je een woord wat verder niet beschreven wordt? Volg dan een cursus vrijwillig molenaar! Erg leuk om te doen!
Zie je dat niet zo zitten, ga dan naar het Molenwoordenboek om e.e.a. zelf op te zoeken. Om jullie wat tegemoet te komen zie je af en toe wat molentermen in gekleurde letters, dit zijn links naar sites die enige uitleg geven.
Ga ook eens naar de website van de Ster. Vooral de weblogs van de molenaars zijn erg informatief en leuk om te lezen.

Het werd voor mij dus tijd voor een nieuwe molen en ik had m'n zinnen gezet op de Ster in Utrecht. Dit is een zaagmolen met een hoop bewegende delen dus voor een techneut als ik altijd interessant.
Een paar weken voordat ik "vrij" was (ik zou nog een paar weken meedraaien bij molenaar Piet op Oukoop) stuurde ik een mailtje naar het algemene adres van de Ster met de vraag of het mogelijk was om wat weken mee te draaien.
Ik kreeg een kort mailtje terug van molenaar Piet (andere Piet dan die van Oukoop) met de mededeling dat dat geen probleem was.
En afgelopen 4 december was het dan zover, ik had me er al een beetje op verheugd.
Ondanks dat het nog steeds herfst was had koning winter al flink huis gehouden in Nederland. De straten waren wit van de sneeuw en de vorst maakte dat alles spiegelglad was.
Nu heb ik het geluk dat de Ster niet zover bij mij vandaan ligt, het is maar een km of 6-7. De motor was met deze gladheid geen optie dus ik besloot lekker te gaan fietsen, ik heb een redelijk stevige mountainbike met noppenbanden, wellicht had ik daarmee wat grip in de sneeuw.
Om een uur of 9 had ik nog even gekeken wat het weer zou doen. De temperatuur zou rond het vriespunt liggen maar in de loop van de dag zou het warmer worden, er trok een warmtefront Nederland binnen, de temperatuur zou kunnen stijgen en het zou kunnen gaan regenen. Oppassen dus, want als het met deze lage temperaturen gaat regenen dan kunnen de voorgelegde zeilen opvriezen waardoor je ze niet meer kunt oprollen.
Verder zou er een flinke bries staan vanuit het zuidwesten, windkracht 4. Ook een teken van weeromslag want vanuit het zuidwesten wordt over het algemeen "warme" zeelucht aangevoerd.
Na een week van sneeuw en ijs zou het vanaf dat weekend gaan dooien. Qua weer een heel interessante dag. Ik had ook nog even op de buienradar gekeken: er zou een smalle strook neerslag (hoogstwaarschijnlijk nog sneeuw) over Utrecht trekken. Om 9:45 zou het gaan sneeuwen en om 10:45 zou die strook weer voorbij getrokken zijn. Lekker dan, op dat moment ben ik aan het fietsen!!!
Zo tegen half 11 stapte ik op m'n fietsie en reed ik naar Utrecht. Het was behoorlijk ploegen door die sneeuw maar gelukkig had ik de wind in m'n rug. Maar... geen neerslag zoals de buienradar had voorspeld. Was weer een gelukkie voor mij. Het was wel erg grijs, er hing een "stratus"deken boven Utrecht.
Na een minuutje of 20-25 ploegen was ik aangekomen in het Molenpark in de wijk Lombok, ik parkeerde m'n fiets tegen een hek bij de molen. Toch wel een groot ding als je er zo onder staat.
Ik rij vaak op de fiets naar het centrum van Utrecht en dan rij ik altijd over de Leidsche weg. Ik kende het aangezicht van de molen dan ook erg goed. En van een afstand is het dan "een leuk molentje". Maar als je er zo onder staat, naast die schuur, dan is dat ding toch groter dan je denkt.
Ik had geen idee waar de "voordeur" zat, ik was er voor het eerst. Ik zag heel wat deuren maar alles zat potdicht. Ik zag wel een schoorsteentje roken dus de verwarming stond aan, kans was dus groot dat er iemand aanwezig was.
Ik liep om de molen heen en zag binnen iemand lopen. Hij liep naar de deur en deed deze open. "Molenaar Piet I presume?" Nee het was molenaar Henk die samen met Piet op deze molen draait. Ik werd hartelijk ontvangen in een ruimte die toch wel erg veel weg heeft van een kroeg. Een bar met een tap... dat belooft veel goeds! (ik heb nou wel een grote bek maar ik drink geen druppel alcohol...).
Henk vertelde dat deze ruimte ooit is gebruikt door een cateraar, hij heeft deze ruimte laten ombouwen. Later bleek dat het niet praktisch en rendabel was en is de cateraar gestopt met zijn diensten in de molen. De tap staat er nog steeds maar wordt niet meer gebruikt. Maar het is wel gezellig om zo een bakkie koffie of thee te leuten aan de bar voordat je gaat beginnen.
Tijdens het leuten vertelde ik Henk wat ik tot dan toe zoal had gedaan op molens en dat het me leuk leek om eens op een zaagmolen mee te draaien. Ik vertelde hem ook dat ik bezig was met de theorie maar dat ik daar niet zo'n held in ben. Hij gaf me de tip om eens met de boeken in de hand de molen door te lopen. In de boeken worden, in algemene zin, hele molens ontleed en beschreven. Kruip de kapzolder eens op en ga eens kijken hoe alles in elkaar zit. Komt het overeen met hetgeen er in het boek staat of zijn er verschillen? En waarom is het anders? En dat kun je natuurlijk ook doen bij de rest van de molen.
Ook met het weer heb ik enige moeite. Op de bladen van m'n maalboekje staat dat ik elk uur eens naar buiten moet kijken om te zien wat het weer doet. In de praktijk komt daar niet zoveel van omdat je bezig bent met malen, builen of je bent een rondleiding aan het geven. Henk adviseerde me om elke dag, al is het maar één keer, naar de lucht te kijken. Wat voor wolken zijn er, waar komt de wind vandaan, wat is de trekrichting van de wolken, hoe hoog zitten de wolken? Probeer aan de hand van die waarnemingen een eigen korte-termijnsvoorspelling te doen. Natuurlijk lukt het de eerste keer niet maar als je jezelf de discipline op kunt leggen om dit elke dag te doen dan ga je merken dat er een bepaald systeem in het weer zit. Je kunt dan zelf betrouwbare voorspellingen doen voor de komende uren.
Wat Henk me vertelde had Ingrid me ook vaak genoeg verteld maar ja,  die discipline, hè... Ik moet het dan toch maar eens gaan bijhouden. Bij het volgende weblog zal ik eens wat weergegevens vermelden.
na de koffie liet Henk me schuur en de molen zien. De schuur is behoorlijk groot, daar had ik me al op verkeken. Vanuit de schuur kun je met de trap naar de "raamzolder". De zaagramen zijn erg hoog en steken door de vloer van deze zolder, vandaar de naam. Vanaf deze zolder kun je via een klein trappetje de stelling op.
Weer wat trappen op en dan volgt de krukzolder, dit is de zolder waar de kruk-as draait die via de wuifelaars (dat zijn lange houten drijfstangen) de zaagramen op en neer beweegt. De Ster heeft maar één zaagraam.
De laatste trap op en dan sta je op de kapzolder. Vergeleken met de molens waar ik heb gedraaid is dit een redelijk ruime zolder.
We hebben de pen en de hals gesmeerd met plantaardige olie. Bij deze temperaturen is de reuzel te hard en niet uit te smeren, plantaardige olie werkt dan ook goed.
Nadat we de boel gesmeerd hadden controleerden we of de koningsspil uit z'n werk stond en dat was het geval. Zo meteen eerst een stammetje opspannen en daarna gaan we wel zagen. Eerst maar even "voor de prins draaien". Tenslotte de "lékenpen" er uit en dan zijn we klaar op deze zolder. Een lekenpen is een pen die ervoor zorgt dat een leek niet zomaar de vang kan lichten (rem van de molen halen).
We liepen naar beneden en klommen de stelling op om de boel aan het draaien te krijgen. Henk liet me m'n gang gaan en ik trof de voorbereidingen. De molen bleek precies goed op de wind te staan, op het zuidwesten, dat scheelde weer kruien. Ketting en bliksemkabel los gehaald van de wiek... We gingen, zoals gezegd, voor de prins draaien en er stond een fikse bries. De Ster heeft fokwieken, dat zijn speciale wieken met een hoog rendement die zelfs bij weinig wind nog goed werken. Aangezien we voorlopig niet gingen zagen zouden we zonder zeilen gaan draaien. Dat noemen ze ook wel "draaien met blote benen".
Omdat fokwieken zo'n hoog rendement hebben reageren ze bij windvlagen erg snel, ze kunnen dan erg snel gaan draaien. Daarom zijn er bij dit soort wiekverbeteringen vaak remkleppen aangebracht.
Ik had eerder alleen op molens gedraaid met een Oud-Hollands gevlucht. Ik had de fokwieken met remkleppen al wel bestudeerd in de lesstof maar ik had ze nog niet van dichtbij gezien. Henk gaf enige uitleg.
De fokwiek is een wiek met een speciale stroomlijnneus. Deze neus heeft minder luchtweerstand en snijdt zo makkelijker door de lucht. Verder vangt deze stroomlijnneus aan de voorkant de wind op en leidt deze door een smalle spleet aan de achterkant van de wiek langs het hekwerk. Door die spleet krijgt de lucht een hogere snelheid. Daardoor ontstaat achter het hekwerk een onderdruk. die de zeilen tegen het hekwerk aan trekt. Daardoor loopt de molen makkelijker aan en heeft een hoger rendement. Gevolg is wel dat deze dus erg gevoelig wordt voor windvlagen en dus te hard kan gaan draaien. Dat noemt men een "hollerige" molen.
Om dit tegen te gaan zijn er dus remkleppen aangebracht. Deze zitten aan het uiteinde van de wiek. Ze maken deel uit van de stroomlijnneus maar als het nodig is dan worden ze geopend. De klep gaat dwars op de draairichting van het gevlucht staan, de stroomlijn wordt onderbroken en de snelheid van het gevlucht daalt. Dit alles werkt met regulateur-gewichten die ook zijn aangebracht op de wieken. Gaat de molen als gevolg van een windvlaag sneller draaien dan worden de gewichten door de toenemende centrifugale krachten naar de top van de wiek getrokken. Dit gewicht zit via stangen en hefbomen vast aan de remklep die daardoor open getrokken wordt. Gaat de molen door het remmen weer langzamer lopen dan trekt een spiraalveer de kleppen automatisch weer dicht. Kind kan de was doen!
Na deze uitleg van Henk kreeg ik nog een tip van hem. Als je zonder zeilen gaat draaien, controleer dan of de onderhoektouwen van de zeilen goed vast zitten. Een zeil heeft twee onderhoektouwen, links en rechts. Deze worden gebruikt om het zeil vast te zetten aan het hekwerk als het geheel is uitgerold maar ook als het opgerold in de klampen zit. De klampen zijn houten pennen (soort haken) die uit de roede steken. Als het zeil opgerold en opgeborgen wordt dan wordt het in deze klampen gehaakt zodat het goed en veilig vast zit. Door schommelingen in vochtigheid en temperatuur kunnen de touwen zich loswerken. Als je dan gaat draaien dan kan een zeil uit de klampen vallen. Het wordt dan door en andere wiek gegrepen en en kan zich dan helemaal om de askop wikkelen, dat noemt men een "verkouden molen". In het ergste geval moet je zo'n zeil dan helemaal los gaan snijden en is het zeil verloren.
Ik controleerde de touwen van het eerste end (wiek) en deze zaten nog goed vast. Bij de staart van de molen trok ik de pal er uit en maakte de kneppel los. Dit zijn beveiligingen die er mede voor zorgen dat een molen niet uit zichzelf gaat draaien. Ik lichtte de vang en liet één voor één de volgende enden voorkomen om de touwen te controleren. En inderdaad, er was een touw wat we voor de zekerheid toch even wat vaster gezet hebben.
Wat me opviel is dat die fokken inderdaad makkelijk en snel aanlopen. Weer een ervaring rijker.
We hadden de veiligheidstouwen opgehangen (zorgen er voor dat publiek en rondleiders niet bij de draaiende wieken kunnen komen) en inmiddels was het wat gaan sneeuwen. We besloten beneden even te gaan opwarmen met een bakkie leut.
MIO Rob was inmiddels ook aangekomen. Hij had de week daarvoor proefexamen gedaan en was daarvoor geslaagd. Om dat te vieren had hij wat gebak meegenomen, ik viel weer met m'n neus in de boter. Of moet ik zeggen "slagroom"?
Hij nam z'n examen door met molenaars Piet en Henk. Hier en daar had het examen wat discussiepunten gegeven. Wat voor mij interessant was, was dat de examinatoren een nogal specifieke manier van het uitrollen van het zeil wilden zien, ik bleek het al anderhalf jaar verkeerd te doen. Nou ja, verkeerd... er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en zoveel molenaars, zoveel meningen.
Nadat de koffie, thee en het gebak naar binnen waren gewerkt liepen we de schuur in om een boomstam op te spannen op de slee.
Op de slee lag een stammetje grenenhout die vastgezet moest worden. Met een kramijzer werd de stam "losvast" vastgezet aan de slee. Met stalen staven, touwen, blokken hout en wiggen werd de stam op verschillende punten vast gezet. Molenaar Piet leerde me een speciale knoop om het touw stevig om de stalen staaf te leggen. Het is een knoop die stevig is maar die je ook snel weer kunt lostrekken.
De stam moet goed uitgelijnd worden dus het duurt even voordat hij goed vast zit. Rob en Henk waren driftig bezig om dat te regelen. Piet was bezig met het zaagraam. Er werden zaagbladen aangebracht, exact op afstand gezet en daarna op spanning gebracht met een speciale hefboom. Rob kroop nog even het kot in om alle zaagsel onder het zaagraam op te ruimen.
Nadat het hele zaaggebeuren voorbereid was werd de molen gevangen en werd de koningsspil in het werk gezet. Henk en ik liepen de stelling op om het gevlucht op te zeilen, het sneeuwde inmiddels behoorlijk. Vier volle zeilen was het recept.
De Ster heeft 2 katoenen zeilen en twee kunststof zeilen. Wat een verschil! De katoenen zeilen zijn (zeker met die lage temperaturen) erg stug en stijf en laten zich niet makkelijk uitrollen. Dat komt omdat katoen water absorbeert. De kunststofzeilen daarentegen werken een stuk makkelijker. Ze nemen nagenoeg geen water op en daardoor blijven ze bij die lage temperaturen redelijk soepel.
Ik besloot de zeilen eens op de "examen"-manier uit te rollen. Ik klom het hekwerk in om de kikkerlussen vast te maken. Oppassen, want sommige heklatten waren spekglad. Op het gemakkie an, dan breekt het lijntje niet. En het is een hobby dus het moet leuk blijven.
Nadat het gevlucht was opgezeild, en ik iedereen naar de staart van de molen had gejaagd, lichtte ik de vang. De molen begon te draaien en ik liep meteen naar binnen om te gaan kijken bij al dat bewegende spul. vanaf de stelling liep ik de raamzolder op waar ik de wuifelaars op en neer en heen en weer zag bewegen. Boven me zag ik hoe de onderbonkelaar het krukwiel en de kruk-as aandreef. Het zaagraam, wat door de vloer van de raamzolder steekt, ging met forse slagen op en neer. Ik liep de trap af naar de zaagvloer om het zagen te bekijken.
Het zaagraam ging met forse slagen op en neer. Bij elke slag van het zaagraam trok het krabbelwerk de slee beetje bij beetje richting het zaagraam, de stam kwam steeds dichter bij de woest op en neer gaande zaagbladen (het lijkt wel een thriller). Na een paar momenten greep het eerste zaagblad aan in het hout waarna de rest van de zaagbladen snel volgde, een mooi gezicht.
Het liep inmiddels tegen tweeën en ik moest naar huis. Het was 4 december en m´n familie zou die avond Pakjes/avond vieren, ook heel leuk.
Ik nam afscheid van de noeste werkers en ploegde door de verse sneeuw terug naar de Meern.
Helaas deze keer geen plaatjes. Ik beloof dat ik het volgende bericht weer zal opluisteren met leuke foto´s.
En natuurlijk meer verhalen over het zagen!
Bedankt voor het lezen en tot dan!

Marcel
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten