zaterdag 25 december 2010

Meedraaien op de ster, deel 2

De kerst zit er weer op en ik hoop dat de overtollige ballast zo rond het middel beperkt is gebleven. Ik hoop dat jullie allemaal een goede kerst achter de rug hebben.
In onderstaand bericht een beschrijving van m'n tweede draaidag op houtzaagmolen de Ster te Utrecht.

18 December 2010,

De laatste zaterdag van het jaar waarop de Ster (eventueel) zou draaien. Het komend weekend is het kerst en de week daarna zitten we alweer in 2011. Oudere mensen zeggen me wel eens dat hoe ouder je wordt hoe sneller het gaat. Ik ben bijna 44 lentes jong maar het is inderdaad zo.
Ik ben nu ruim anderhalf jaar aan het mio-en en die tijd is echt voorbij geschoten.
Maar goed, we dwalen af, dit is een weblog van een molenaarsleerling en niet van de plaatstelijke filosoof.
Vandaag zouden m'n vrouw en ik er eigenlijk op uit trekken met wat vrienden van ons en ik had me daarom ook afgemeld bij molenaar Piet. Echter, het had gisteren zo erg gesneeuwd dat de (snel)wegen erg slecht waren, zeker de binnenwegen. Ik reed gisteren vanaf m'n werk naar huis en op de snelwegen stond het meer stil dan dat het reed. Gelukkig ken ik veel binnendoorwegen en ben dus binnendoor naar huis gereden. Duurt ook lang maar je kunt wel rustig aan blijven doorrijden.
We hadden besloten om ons uitje uit te stellen vanwege de slechte toestand van de wegen. Dit gaf me wel de kans om toch naar de Ster te gaan.
's Morgens een nieuw blad voor m'n maalboekje gepakt om te noteren wat het weer zou doen.
Het maalboekje is een logboek wat je bij moet houden voor je opleiding. Om te slagen voor je examen moet je minimaal 150 uur op een molen gedraaid hebben waarvan minimaal 30 uur op andere molens dan je instructie-molen. Om dat te kunnen "bewijzen" moet je alles noteren op het maalblad:

Blad uit het maalboekje...
Je kunt hier alles noteren wat je die zoal hebt gedaan op de molen. kapinspectie, lagers smeren, zeilen voor leggen, malen, rondleiden enz. Ook kun je je eigen waarnemingen v.w.b. het weer noteren om te laten zien dat je bewust met het weer bent bezig geweest. Het weer is uiteraard erg belangrijk voor een molenaar, hij/zij is er van afhankelijk. En als je wilt slagen dan moet je in staat zijn om korte-termijnsvoorspellingen te doen a.d.h. van je eigen waarnemingen.
Via het internet kijk ik op verschillende sites om te zien wat het huidige weer is en om te zien wat de voorspellingen zijn. Dit waren zo'n beetje de voorspellingen om 9:00 's morgens:

Windrichting: ZZO
Windkracht: 2-3
Temperatuur: -1 - -3°C
Neerslag: Kans op motsneeuw
Bewolking:  Toenemend vanuit ZW
Buienradar: wat buien in het westen die een beetje ronddraaiden met als middelpunt Flevoland

Dan m'n eigen waarnemingen v.w.b. het huidige weer:

Windrichting: Niet te bepalen, er bewoog buiten nagenoeg niets
Windkracht: 1
Temperatuur: Koud (we hebben geen buiten thermometer)
Luchtdruk: Onbekend (we hebben thuis geen barometer)
Neerslag: Geen
Bewolking:  Stratus, het was egaal grijs
Hoogte bewolking: Laag (onder de 2 km)
Trekrichting bewolking: NTB (ofwel: Niet Te Bepalen)
Overige waarnemingen: Er ligt een pak sneeuw van een cm of 20.

Met die sneeuw en vorst is het bij de molen oppassen geblazen. Als je met het gevlucht bezig bent dan moet je uitkijken dat er geen klonten sneeuw of brokken ijs naar beneden komen. De askop heeft holle ruimtes en daar kan na een regen- of sneeuwbui water in gaan staan. Bij vorst vriest dat op tot behoorlijke ijsklompen. Als het gevlucht gaat draaien dan kunnen die klonten uit de askop vallen met alle gevolgen van dien. Er kan ook water in de zeilen staan wat opvriest. Moet ik nog vertellen wat er gebeurt als je de zeilen dan uitrolt? Oppassen, dus.
Terwijl ik m'n maalboekje aan het invullen ben begint ineens de zon te schijnen, de wereld zag er meteen een stuk vrolijker uit. Maar helaas, het was van korte duur, tijdens m'n ontbijt trok het weer helemaal dicht.
Om half 11 stapte ik weer op m'n fiets en ploegde door de sneeuw naar Utrecht. Het viel me op dat er vrijwel geen wind stond. Hier en daar hoorde ik boven me het herkenbare ge-gak van ganzen. Ik keek naar boven en zag meerdere V-vormen richting het zuiden trekken. Zij wel...
Om een uur of 11 was ik in Utrecht. Ik besloot even de Leidsche weg wat verder door te rijden om wat foto's te maken van de Ster met z'n besneewde romp:
Het Molenpark langs de Leidsche Rijn met daarin zaagmolen de Ster...
Na wat plaatjes fietste ik terug naar het Molenpark waar molenaar Henk met een buurman buiten aan het slot van de deur stond te prutsen. Het slot was dichtgevroren maar gelukkig had de buurman een spuitbusje slotspray, het euvel was snel verholpen.
Tijdens de koffie kwamen er nog meer mensen binnen met potten, pannen en wat al niet meer. Het bleek dat het Houtens Biercollectief die dag een echt houtzagersbiertje ging brouwen in de molen. Daarvoor gebruiken ze de zaagkrullen van hout wat door de Ster gezaagd is om er een speciale smaak aan te geven. Toch jammer dat ik geen bier lust want het lijkt me een bijzonder biertje.
Er wordt mij door andere molenaars wel eens verweten dat ik geen echte molenaar wordt omdat ik geen koffie maar ook geen bier lust. Gelukkig weet ik wie het zeggen en dat gebeurt met een enorme knipoog... Het blijven toch aardige mensen die molenaars.
Na de koffie klimmen Henk en ik de molen in. Bij de trap stond iemand van het biercollectief met een grote zware boormachine (geheel volgens de traditie...) iets te mengen in een grote emmer. Hij was gerstemout aan het mengen met de houtkrullen. Hij vertelde wat over het brouwproces en wat daar allemaal bij komt kijken.
Henk en ik hobbelden daarna verder naar boven. Er staat te weinig wind (zeg maar rustig "geen" wind) om te zagen dus proberen we wat voor de prins te draaien.
De molen staat nog in z'n werk en moet daar dus even uit gehaald worden.
Molens hebben en hadden allerlei functies, water pompen, hout zagen, koren malen, graan pellen enz. Daarvoor worden verschillende werktuigen via allerlei tandwielen aangedreven. Deze werktuigen kunnen dan "in- of uit het werk" gezet worden. "Uit het werk" wil zeggen dat de molen kan draaien maar dat er geen werktuigen aangedreven worden. En andersom betekent "in het werk" dat de molen de werktuigen aandrijft.
Elk type molen heeft weer een andere manier van in- of uit het werk zetten. Bij korenmolens wordt de steenspil zodanig verplaatst dat deze niet meer aangrijpt in het spoorwiel. Bij poldermolens wordt de onderbonkelaar samen met de onderkant van de koningsspil zodanig verplaatst dat deze niet meer aangrijpt in het waterwiel. Het waterwiel is een groot tandwiel wat het scheprad van een poldermolen aandrijft.
Bij de Ster wordt de molen uit z'n werk gezet door de bovenbonkelaar (samen met de koningsspil) uit het bovenwiel te trekken.
Bij de meeste molens kun je dat straffeloos doen (uiteraard wel even de molen stil zetten) maar bij zaagmolens zit er een addertje onder het gras. Er moet eerst gekeken worden wat de stand van het zaagraam is.
Zoals ik in een eerder bericht heb uitgelegd wordt er via via een krukas aangedreven door de molen. Aan deze krukas zitten zware houten drijfstangen (kolderstokken) die het zaagraam op en neer bewegen.

De onderbonkelaar (rechts) met nog een stukje koningsspil (rechtsboven). Het krukwiel (midden) en geheel rechts de kolderstok die door de raamzolder naar de kop van het zaagraam gaat. Tussen het krukwiel en de wuifelaar zit de krukpol, een houten lager waar de krukas in draait...
Als de molen na een zaagklus op een willekeurig end (wiek) is vastgezet dan kan het zaagraam bovenin of onderin vast staan en op alle plaatsen daar tussen in. Het zaagraam bij de ster weegt toch al gauw een slordige anderhalve ton. Als het zaagraam in z'n bovenste stand staat dan zakt die anderhalve ton door de zwaartekracht niet zomaar naar beneden, het wordt via alle tandwielen tegengehouden door de vang die er altijd op ligt als er niemand in de molen is.
Henk controleert de stand van het zaagraam en dat blijkt bijna bovenin te staan. Stel dat we nu de bovenbonkelaar uit het bovenwiel trekken dan wordt deze dus niet meer tegen gehouden door de kammen van het bovenwiel. Het zaagraam (dus 1500 kg) valt dan door de zwaartekracht naar beneden en via krukwiel (wiel wat op de krukas zit) en onderbonkelaar gaat daardoor de koningsspil draaien. Eigenlijk een omgekeerde situatie: het zaagraam drijft de koningsspil aan.

De kapzolder van de Ster. Rechtsonder de bovenbonkelaar op de koningsspil, links het bovenwiel op de boven-as...

De bovenbonkelaar met koninsspil wordt er met de hand uitgetrokken en dat is een vrij zware klus, je staat op een gegeven moment met een bovenbonkelaar in je handen. Als dat spul dan ook nog eens begint te draaien vanwege een vallend zaagraam, daar hou je niks meer aan. Erg gevaarlijk, dus. Een leermomentje.
We moesten het zaagraam dus even laten zakken en dat gebeurt door het gevlucht wat te laten draaien.
De Ster is een molen die voor het grootste gedeelte uit hout bestaat en die aan de buitenkant geheel met riet bedekt is. Het gevaar voor brand is, zeker in zo'n houten molen, aanwezig. Voor de verzekering moeten daarom een aantal regels van de brandweer opgevolgd worden. 
In de vloer van de raamzolder zit een groot gat waar het zaagraam doorheen steekt. In geval van brand kan dit gat als schoorsteen gaan werken en daardoor kan de brand snel toenemen. Om die schoorsteenwerking tegen te gaan is het gat rondom het zaagraam afgedicht met speciale brandwerenede doeken. Omdat het zaagraam gaat bewegen moesten de doeken even verwijderd worden.  
In de kap werden lagers gesmeerd en werd de lekenpen er uit getrokken. Buiten verlostten we het gevlucht van de ketting en de bliksemkabel. Het beetje wind wat er stond kwam uit het zuid-westen en de kap van de molen stond op west-noordwest. Even een stukkie kruien, dus.

Leuk plaatje...

Toen de molen op de wind stond haalden we ook de pal er uit en maakten we de kneppel los. Ik mocht de vang bedienen en Henk ging naar binnen om mij een seintje te geven als het zaagraam in de onderste stand stond.
Ik lichtte de vang een klein beetje om het gevlucht gecontroleerd te laten draaien. De molen begon langzaam te draaien. Geen idee of dat door de wind kwam of door het zaagraam wat door de zwaartekracht langzaam naar beneden gleed. Henk gaf me een seintje dat het zaagraam beneden was en ik liet voorzichtig het vangtouw gaan zodat de vang weer opgelegd werd.
Een andere manier om een zaagmolen veilig uit het werk te zetten is om het zaagraam te ondersteunen zodat het niet kan vallen als de koningsspil vrij is. Toch is het het veiligst om het zaagraam te laten zakken naar het onderste dode punt.
Henk en piet klommen de kap in om de bovenbonkelaar uit het werk te halen. De spil wordt met een speciaal stuk hout zodanig aan de busbalk bevestigd dat de kammen net niet in elkaar grijpen. De busbalk is de balk waar het bovenste gedeelte van de koningsspil in is gelagerd.
Nadat e.e.a was veilig gesteld gingen we een poging doen om de molen voor de prins te laten draaien. Er stond belabberd weinig wind dus we moesten de boel opzeilen. Omdat we het zaagraam hadden laten zakken stond het gevlucht in de lange ruststand dus we moesten een klein stukje verder draaien om een end voor te laten komen. Ik lichtte de vang en tot m'n grote verbazing draaide de molen achteruit?!?!?!
Wat bleek, door de sneeuw was het gevlucht "wanwichtig" geworden, d.w.z. dat het niet meer in evenwicht is. Eén van de fokken was redelijk volgesneeuwd en al die sneeuw dat weegt natuurlijk wel wat. We hadden met een bezem wel wat tikken tegen de fok gegeven om te kijken of er wat sneeuw uit viel maar er gebeurde weinig, de sneeuw zat redelijk vastgevroren.

Volgesneeuwde fok... (foto gemaakt bij het afzeilen)
Ik had de vang iets te vroeg opgelegd waardoor het gevlucht ietwat in de rouwstand stond. Het probleem is dan dat als je het zeil uitrolt dat het dan al gedeeltelijk voor het hekwerk valt. Als je dan het hekwerk in moet klimmen om de kikkerlussen (lussen aan een lange zijde van het zeil die vastgezet worden aan de kikkers op de roede) vast te zetten dan zit dat zeil lelijk in de weg, je bent tijdens het klimmen steeds dat zeil opzij aan het duwen om verder omhoog of naar beneden te komen. Ik heb al heel wat keren zelfstandig een molen opgezeild en dit was de eerste keer dat het me overkwam. Ik heb twee goeie smoezen om dat te verklaren: 1. de Ster is voor mij nog een redelijk nieuwe molen, ik draaide pas voor de 2e keer mee en ik moest nog even wennen aan de vang.
2. Het gevlucht liep achteruit en ik was zo verbaasd dat ik de vang er op het verkeerde moment (te vroeg) op legde.
Waarheid is dat ik gewoon niet goed gekeken heb. Wel weer een leermomentje.
Normaal gesproken probeer ik het gevlucht voor het op- en afzeilen zodanig neer te zetten dat de horzontale roede nagenoeg parallel staat aan de lange spruit. (De lange spruit is de langste balk die aan weerszijden uit de kap steekt.).
We zeilden het voorgekomen end op en hoopten dat de wind de boel toch rond zou krijgen.
Helaas, het gevlucht kwam op gang maar bleef weer steken in de lange ruststand. Er stond gewoon te weinig wind en/of de wanwichtigheid was te groot.
Met een pikstok moesten we het volgende end voor zien te krijgen. Op dat end zat een katoenen zeil met natuurtouwen. Het katoen en de touwen absorberen water. Door de vorst was e.e.a. zo stijf gevroren dat we er niets mee konden doen. Met vereende krachten duwden we het gevlucht verder om het volgende end voor te krijgen. Toen ook dat opgezeild was lukte het de wind om het gevlucht helemaal rond te krijgen.
Echter, de molen had de grootste moeite om rond te komen.
Wel grappig om een wanwichtige molen te zien draaien. Het besneeuwde (zware) end kwam met een rotgang naar beneden om daarna tergend langzaam weer omhoog te kruipen. Nog een leermomentje.
Inmiddels begon het weer wat op te knappen. Het wolkendek brak wat open en hier en daar kwam de zon even kijken.

Zicht vanaf de stelling op de Leidscheweg. Mooie wolkenrand met daarachter de zon...

Tijd voor een bakkie en een bammetje. In de molen rook het al behoorlijk naar bier, het biercollectief was driftig aan het brouwen geslagen.
In de "bar" zaten een violist en een accordeonist een gezellige deuntje te spelen, het had wat weg van een oud zeemanslied. Zoals eerder gezegd was het de laatste dag van het jaar dat de Ster zou draaien en er zou s'middags een maaltijd zijn voor de medewerkers ter afsluiting van het seizoen. De instrumentalisten zouden de maaltijd opluisteren met hun muziek.
Nadat ik wat krentenbollen in m'n gezicht gestoken had werkte ik m'n maalboekje even bij. Ik schreef m'n leermomenten op en deed nog wat waarnemingen v.w.b. het weer.
Gisteravond was ik nog snel in de boeken gedoken. Ik draaide mee op een zaagmolen en dan is het natuurlijk wel handig als je er iets van weet. In de lesstof staat een heel hoofdstuk over zaagmolens en dat heb ik gedeeltelijk doorgenomen. In dat hoofdstuk berd ik bestookt met termen als "krabbelwerk, krukpol, metaalhout, kot, penanten, draaihoofd, klossenbak en strijkplaten". Hier en daar had ik nog wat vragen en die nam ik even door met Henk en Piet.
De zon scheen inmiddels behoorlijk en het was redelijk opgeklaard. De bewolking was een combinatie van cumulus en cirrus. Henk was ook even de stelling op gelopen en begon me wat zaken uit te leggen over de bewolking. De molen stond inmiddels stil, er stond gewoon te weinig wind.
De zon deed behoorlijk haar best want overal hoorde je druppels vallen, het ijs en de sneeuw op de romp en kap begonnen te smelten. Ook weer oppassen want langs de hele rand van de rieten kap hingen behoorlijke ijspegels.

IJspegels aan de kaprand. Hier en daar toch al gauw 30-40 cm lang...

Een beetje aan de buitenkant van de stelling blijven lopen was het devies want als er zo'n pegeltje naar beneden komt...
Aangezien er niet zoveel te doen was pakte ik m'n camera om wat plaatjes te schieten. De bewolking werd steeds minder en het weer was prachtig geworden. Altijd goed voor de kleuren op je foto:




Na m'n fotosessie ben ik even in de schuur gaan kijken war de bierlucht steeds sterker werd. In de schuur waren verschillende mensen bezig met het bewerken van hout. Henk vertelde me dat er van stukjes resthout nog wel eens souvenirtjes voor bezoekers gemaakt worden. Henk was bezig met het maken van (brood)snijplanken van (als ik het me goed herinner) iepenhout. In de planken was een ondiepe cirkel gefreesd waarin een bronzen munt lag met een afbeelding van de Ster. De planken waren al enige tijd geleden gezaagd en waren door het werken behoorlijk krom getrokken. Met een electrische vandiktebank werden de planken weer wat gevlakt.
Na dit klusje was het tijd om de schuur om te bouwen tot eetzaal voor de geplande maaltijd. De gereedschappen werden opgeruimd, de vloer werd aangeveegd en tafels en stoelen werden neer gezet. Henk nam nog wel even de tijd om me de opbouw van de schuur uit te leggen. Helaas heb ik er (nog) geen foto's van, die zal ik een volgende keer maken en aan de hand daarvan e.e.a. uitleggen.
Daarna was het tijd om het gevlucht af te zeilen en de boel weg te zetten.
Het liep inmiddels tegen 4-en, tijd om te vertrekken en de vrijwilligers van de Ster lekker aan hun maaltijd te laten beginnen. Ik bedankte de molenaars wederom voor hun gastvrijheid en fietste op m'n gemakkie de inmiddels laagstaande winterzon tegemoet.
Ondanks dat er niet gezaagd werd toch weer een hoop geleerd.
In het volgende bericht zal ik één en ander vertellen over mijn bezoek aan molenmaker de Gelder te Sliedrecht.

Dan nog even een nagekomen bericht.
Tijdens het afronden van dit bericht belde een vrijwilliger van een molen waar ik veel gedraaid heb. Hij vertelde me dat bij hem een zeer agressieve vorm van kanker was geconstateerd.
Ook via deze weg wil ik hem en z'n gezin ontzettend veel sterkte toewensen voor de moeilijke tijd die ongetwijfeld komen gaat....


Geen opmerkingen:

Een reactie posten