Volgens de molendatabase van België blijken er meerdere molens te staan bij Genk, zelfs ook een watermolen. Frappante was wel dat er bij meerdere molens steeds dezelfde molenaar genoemd werd. Wat bleek, dicht bij Genk ligt het domein Bokrijk, een openlucht museum waar al die molens deel van uitmaken en die hebben blijkbaar maar één molenaar. Misschien wel leuk om eens te gaan kijken.
's Morgens hadden we een GPS-tocht door de stad gedaan. Was leuk maar de stad Genk kon ons niet echt bekoren, het had ons niet veel te bieden. Je kunt er wel leuk winkelen maar dat kun je in Utrecht ook.
We besloten 's middags dan toch even naar Bokrijk te gaan.
Op de weg naar Bokrijk zouden we langs een watermolen komen, de Slagmolen. Het is een watermolen die omgebouwd is tot een gezellig café.
De molen draaide dus we zijn even binnen gaan kijken. Het was even na de middag en we begonnen wat trek te krijgen, misschien was er wel wat te eten.
Helaas, geen eten, alleen maar drinken. Tja, dat kunnen molenaars best goed maar ik had ook trek. Even wat foto's gemaakt en daarna zouden we dan naar Bokrijk rijden.
Slagmolen bij Genk (B)...
Gietijzeren haakse overbrenging van de Slagmolen...
De slagmolen heeft een houten as en een ijzeren koningsspil. Deze koningsspil loopt door het plafond naar boven en kan daar een maalkoppel aandrijven.
Na de "fotosessie" reden we door naar Bokrijk wat daar ± 10 minuten vandaan ligt. Bij aankomst bleek dat het erg rustig was. Rustig? Geen mens te zien! Het bleek dat het park in het winterseizoen gesloten was! We hebben toen maar een wandeling gemaakt over de rest van het domein. Van een afstand hebben we nog wel een molen kunnen zien... Erg frustrerend om op 150 m afstand een molen te zien er dan niet in kunnen (zucht)...
De dinsdag daarop had ik weer een "mondelinge overhoring" bij Molenaar Ingrid. Ik had een dag eerder wel wat zitten studeren maar niet echt veel. Ik was toevallig begonnen in het hoofdstuk "Molenwielen". In dat hoofdstuk stond o.a. dat gietijzeren (tand)wielen vooral voorkomen bij watermolens. Verder leerde ik dat grote gietijzeren wielen gaten hebben waar houten kammen (tanden) in gestoken worden. Bij kleinere gietijzeren wielen zijn de kammen vaak meegegoten van ijzer. Een overbrenging van gietijzeren wielen is OF hout op hout OF hout op gietijzer waarbij het drijvende wiel de houten kammen heeft. IJzer op IJzer komt niet voor. Een mooi voorbeeld daarvan kun je zien in de tweede foto van dit bericht.
Bij Ingrid wordt er meestal eerst wat over koeien en kalven ge-OH-d (OH is de afkorting van OuweHoeren, ik ken molenaars die daar erg goed in zijn) en daarna behandelen we wat lesstof.
Ingrid denkt dat ik klaar ben voor het examen. Zelf heb ik het idee dat ik nog erg veel moet leren. Technisch zit het redelijk goed maar dat weer, hè. Ik kan je wel wat over het weer vertellen want ik heb afgelopen mei een weercursusje gedaan, maar het voorspellen er van... Ingrid heeft me al eens verteld dat ik elke dag even naar de lucht moet kijken en dat verget ik steeds. Ik heb er voor mezelf nu wat dwang achter gezet. Op m'n werk heb ik in m'n PC een digitale agenda zitten waar ik taken in kan zetten. Ik heb per dag 3 momenten ingepland dat ik naar het weer moet kijken, om 9:00, om 12:00 en om 15:00. Verder kijk ik dan naar een vast weerstation om te zien hoe de wind staat, hoe sterk de wind is, wat de luchtdruk is, temperatuur enz. In Google Docs heb ik een staatje aangemaakt waar ik al die gegevens in kan zetten om te zien of daar een soort patroon uit te halen is.
Weergegevens in een spreadsheet van Google Docs...
Op deze manier hoop ik snel wat te leren over het weer.Om te zien hoe het met m'n kennis gesteld is leek het Ingrid een leuk idee om bij mij eens een "proef proef-examen" (het officiële examen bestaat uit twee delen, een regionaal proef-examen en een landelijk examen, vandaar dubbel "proef proef-examen") af te nemen. Ingrid heeft op haar molen al heel wat examens meegemaakt en ze weet wel wat er zoal gevraagd wordt. Ook molenaar Dick zal er bij zijn. Hij is nu ruim een jaar molenaar en hij weet ook nog wel wat hem gevraagd is tijdens zijn examens.
Ik denk dat het een leuke manier is om te zien wat ik al ken en kan en om m'n zwakke punten naar voren te halen. Ergens tussen kerst en oud-en-nieuw ben ik het haasje, ik ben benieuwd. Resultaten te lezen in een volgend bericht.
De woensdag-avond daarna heb ik weer een avondje geklust op de Valk in Montfoort. Vanaf mei 2010 probeer ik dat elke week te doen maar de laatste tijd heb ik veel moeten overwerken en is er weinig van gekomen.
Hein (L) en Piet bezig aan een oude waaierij bij de Valk, voorjaar 2010...
Normaal gesproken zijn we met z'n 5-en, 3 molenaars en twee leerlingen. Die avond waren we met z'n tweeën, alleen "meester" Paul en ik zei de gek.
Geen probleem, lekker rustig. Het komt wel eens voor dat we er met z'n 5-en zijn maar het is dan knokken om een stuk gereedschap (op één of andere manier hebben we allemaal altijd op het zelfde moment hetzelfde stuk gereedschap nodig) en je loopt elkaar dan al snel in de weg. Zeker bij de Valk want daar is de molen redelijk volgepropt met een pelsteen, 3 maalkoppels een buil, een waaierij en nog meer meelverwerkende apparaten waarvan ik nog steeds niet weet wat ze doen.
De builkast achter de koningspil...
Op dit moment wordt er gewerkt aan een grote buil. Een buil is een apparaat wat volkoren meel zeeft tot bloem, zemelen en griezen.Meester Paul wil van zijn molen een complete meelfabriek maken en die fabriek wil hij zo traditioneel mogelijk maken. Om deze reden heeft hij afgelopen najaar dan ook de Hugo Kotestein prijs mogen ontvangen.
Vanwege het traditionele karakter die Paul in de molen wil behouden is in het voorjaar van 2010 een oude buil opgekocht. Die is uit elkaar gehaald, gerepareerd, verbeterd en schoongemaakt.
Een kijkje in de builkast. Het groene gedeelte is de rotor waar de zeeframen op gemonteerd worden. Onderin de transportschroef die de gezeefde bloem verplaatst...
Op het moment van dit schrijven zijn we nog steeds bezig met het in elkaar zetten van het ding. De reden dat het zo lang duurt is toch eigenlijk wel het slappe OH-en wat molenaars goed kunnen.Zoals gezegd komen we één keer per week bij elkaar, meestal op een woensdag- of donderdagavond om een uur of 8.
Nogmaals een kijkje in de builkast...
Dan is het natuurlijk eerst koffie en bijbeppen. ± Een half uur later trekt het hele gezelschap naar de luizolder (zolder waar het luiwerk zit) waar de betreffende buil staat. Dan wordt er even intensief aan de buil gewerkt en om een uur of 10 trekt het hele koor weer naar beneden voor wat vloeibare versnaperingen en wat na OH-en. We zijn dus ruim een uur bezig met werken. Ik zeg ruim een uur want het eerste kwartier ben je aan het zoeken naar je gereedschap wat overal door de molen verspreid ligt.Het gereedschap... Snap je nu waarom het even duurt voordat we kunnen beginnen?
Ik heb eens voorgesteld om eens een hele dag aan de buil te werken en dat is ook gebeurd, een week of wat terug. Je merkt dan wel dat je dan een hele ruk maakt op zo'n dag omdat je lekker door kunt gaan.
Het werk mag dan langzaam vorderen maar het is wel altijd beregezellig met z'n allen.
Maar goed, Paul en ik waren die avond dus met z'n tweeën.
De buil zit op het moment van dit schrijven voor het grootste gedeelte in elkaar, het is nu een kwestie van afwerken. We hebben wat aanpassingen gedaan aan de uitloop-opening waar de zemelen en de griezen uit komen. De rotor liep daar een beetje aan en dat hebben we verholpen. Daarna zijn we verder gegaan met het opbouwen van het onderpaneel aan de achterkant. En zo blijf je lekker bezig.
Bekenden van me weten dat ik in een gieterij werk. In die gieterij wordt van alles gegoten van 0,5 kg tot 6 ton in allerlei materialen, gietijzer, gietstaal, RVS, edelstalen enz. Om een beetje een idee te krijgen hoe het er in een gieterij aan toe gaat heb ik ooit eens een presentatie gemaakt voor een beurs waar we dit jaar op stonden. Duurt ruim 6 minuten maar het geeft een redelijke indruk van hetgeen er moet gebeuren om een goed gietstuk te krijgen:
Deze week kreeg ik een telefoontje van een klant van ons. Het was Alex van molenmakerij de Gelder uit Sliedrecht. Ze zijn op dit moment bezig met het restaureren van het bovenhuis van de Broekmolen bij Streefkerk. Ze hebben bij de gieterij een bronzen penlagerblok (blok waar het achterste deel van de bovenas in draait, de "pen") besteld en hij wilde weten wat de levertijd was. Ik ga zelf niet over levertijden dus ik liet m'n collega terugbellen maar ik nam wel m'n kans waar. Ik vertelde Alex dat ik leerling molenaar ben en dat ik wel eens een kijkje wilde nemen in zijn bedrijf. Dat vond hij geen probleem dus hebben we een afspraak gemaakt. Daarover later meer in deze blog, eerst nog een stukje schrijven over m'n tweede dagje draaien bij de Ster. Nou ja, draaien....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten