zaterdag 26 maart 2011

De laatste keer op de Ster...

Lieve mensen,

Het begint in de gieterij erg druk te worden. Op zich een gunstige ontwikkeling want vanwege de crisis hebben we het afgelopen jaar zwaar verlies geleden. Nadeel is wel dat ik veel moet overwerken en weinig tijd aan m'n opleiding en m'n weblog kan besteden.
Dan toch bij deze het laatste deel over het meedraaien op de Ster in Utrecht.


25 Maart zou ik 's avonds m'n Himalayapresentatie geven. De donderdagavond ervoor heb ik nog tot 00:30 zitten werken om het allemaal af te krijgen.

Lekker crossen door het smeltwater in de Himalaya (Foto: Jos Gelissen)
Vrijdagochtend moest ik al om 5:00 m'n mandje uit omdat ik een training had in Gent (B), daar moest ik om 8:00 zijn. Kort nachtje, dus.
Maar de presentatie was af dus ik kon weer wat tijd aan molens besteden (dacht ik).

26 Februari 2011, m'n laatste dag op de Ster.
Ik had mezelf voorgenomen om een maand of twee bij de Ster mee te draaien om het zagen een beetje onder de knie te krijgen. Uiteraard ben ik daar geen vakman in geworden maar ik heb wel een goede indruk hoe e.e.a. werkt bij een zaagmolen.
's Morgens weer even uit het raam gekeken en er een aantal weersites op nageslagen om te zien wat het weer die dag zou doen:
Windrichting: ZuidWindkracht: 4 (21 km/u)
Temperatuur: 7°C
Luchtdruk: 1014 HPa
Vochtigheid: 97%
Bewolking: Stratus
Hoogte bewolking: Laag
Trekrichting bewolking: Niet te bepalen, egale grijze deken.
Neerslag: Geen
Weerkaart: warmtefront noord van ons en trekt verder weg. Vanuit het westen komt een koufront op ons af..
Buienradar: Een groot regengebied komt vanuit het westen op ons af.
Overige waarnemingen: Geen

Bij aankomst op de Ster was Piet al aanwezig. Op de bar zag ik een envelop liggen met daarop het woord "Bijlhouwersgilde".
Een gilde was een soor belangenvereniging van mensen en bedrijven in dezelfde beroepsgroep. Ze wisselden o.a. kennis uit en droegen zorg voor de kwaliteit van de producten die ze maakten. Daarbij steunden ze vaak ook nog een goed doel, ze doneerden bijv. geld aan weeshuizen of zieken.
Dat geld werd "verdient" door een bepaald percentage af te romen van de omzet van alle leden.
Het "Bijlhouwersgilde" was een belangenvereniging voor alle bedrijven en lieden die zich bezig hielden met het handelen en verwerken van hout en daar horen houtzaagmolens natuurlijk ook bij.
De meeste gilden zijn in de 18e eeuw opgeheven. Het bijlhouwersgilde is in mei 2004 weer heropgericht o.a. door molenaar Piet van de Ster.
Ik moet je zeggen dat ik niet goed heb doorgevraagd want ik weet niet wie er bij het huidige Bijlhouwersgilde zijn aangesloten en wat ze doen.

Een week geleden (ik kon er helaas niet bij zijn) was men begonnen met het zagen van de beukenstam (zie vorige aflevering van deze weblog). Daar is men na ± 50 cm mee gestopt omdat één van de zaagbladen begon te "lopen". Dat wil zeggen dat het zaagblad z'n eigen weg gaat kiezen en scheef door de stam heen gaat.
Dit kan verschillende redenen hebben:

-De spanning op de zaagbladen is niet goed (te weinig)
-Knoest of kwast. Deze zijn nogal hard waardoor het zaagblad "weggedrukt" wordt.
-De richting van de houtvezels veranderd en daar kan het zaagblad in mee gaan.
-Stuk metaal (spijker, granaatscherf)

Als een zaagblad gaat lopen dan kun je dat horen aan het geluid.
Een zaag(blad) heeft altijd een zetting. De tanden van het blad zijn daarbij om en om iets naar buiten gebogen, zie onder:

Twee soorten van "zettingen"... (http://www.verspanersforum.nl/Zagen.htm)
Stel, een zaagblad heeft een dikte van 1 mm. Normaal gesproken zou de zaagsnede dan ook 1 mm bedragen. Het nadeel is echter dat het blad dan gaat vaslopen in het hout.  Hout is flexibel en gaat na het passeren van de tanden tegen het blad aan drukken. Door de wrijving kan een blad erg heet worden. Daarom worden de tanden om en om iets verbogen naar links en rechts. Daardoor wordt de zaagsnede wat breder waardoor het blad zelf vrij loopt.
Als nu een zaagblad gaat lopen dan gaat deze zich scheef door de zaagsnede bewegen waardoor hij gaat aanlopen en erg warm kan worden. Als een stam net uit het water is gehaald dan is deze nog erg vochtig. Bij het aanlopen wordt dan door de vrijgekomen warmte stoom gevormt.
Het grote gevaar van het "lopen" is dat er door het vervormen teveel spanning op een zaagblad kan komen te staan waardoor het kan breken.
Wat ook kan gebeuren (en wat Piet ook echt heeft meegemaakt) is dat de zaag vastloopt in de stam en tijdens de opgaande slag het zaagraam de gehele stam inclusief zaagslee mee omhoog trekt.
Er zijn een aantal dingen te doen als de zaag gaat lopen:

-Spanning op het betreffende zaagblad controleren.
-Afwachten, het kan zijn dat het zaagblad weer terug komt in het juiste spoor.
-Het zaagblad extra begeleiden, a.h.w. dwingen om het juiste spoor weer op te zoeken.
-Tanden meer zetting geven.

Het zagen van planken uit een stam kan op meerdere manieren gebeuren. Hieronder zie je een afbeelding waar je kunt zien hoe planken uit een stam gezaagd kunnen worden:

Manieren om "kwartiers" te zagen... (Bron: http://www.joostdevree.nl/)
Het hout in het kernhout scheurt bij drogen het ergst, dat wordt er meestal uit gezaagd. Verder kunnen planken dan op 2 manieren uit een stam gezaagd worden:
"Kwartiers" In de afbeelding hierboven zie je hoe planken "kwartiers" uit een stam gezaagd kunnen worden. Het mag duidelijk zijn waarom dat zo genoemd wordt.
ls je naar de linker afbeelding kijkt (klik er op om te vergroten) dan zie je daar de uitdrukkingen "zuiver kwartiers"en "vals kwartiers". Neem nu de middelste plank die vals kwartiers gezaagd is. Kijk naar de lengte van de afzonderlijke gedeelten van de jaarringen. Je ziet nu dat er grote verschillen zitten in de lengte van die jaarringen. Het nadeel daarvan is dat planken die op die manier gezaagd zijn tijdens het drogen erg krom trekken en dat komt door het verschil in lengte van die jaarringen.
Let nu eens op de lengte van de jaarringen van de middelste plank die zuiver kwartiers gezaagd  is, deze hebben allemaal nagenoeg dezelfde lengte. Deze zuiver kwartiers gezaagde planken zullen veel minder werken en dus minder krom worden.
Bij kwartiers zagen wordt dus altijd geprobeerd om de lengte van de jaarringen zo kort mogelijk te houden, dat is ook te zien bij de twee andere afbeeldingen van het"kwartiers zagen.
Voordeel van deze manier van zagen is dat de kwaliteit van de planken beter is omdat ze veel minder werken (kromtrekken). Nadeel is dat het een dure manier van zagen is. Een stam moet in meerdere grote stukken gezaagd worden die allemaal weer apart opgespannen moeten worden.

"Dosse" Dan kunnen planken ook nog "dosse" gezaagd worden.

"Dosse" zagen... (Bron: www.xead.nl)
 Hierboven zie je een voorbeeld van "dosse" zagen. Hierbij zie je dat de middelste plank de beste kwaliteit heeft omdat de jaarringen daar nagenoeg allemaal even lang zijn en mooi parallel liggen. Hoe verder je naar de buitenkant van de stam gaat, hoe groter de verschillen worden tussen de lengten van de jaarringen en hoe krommer die planken worden als ze drogen. Voordeel is wel dat dit een makkelijke manier van zagen is, je hoeft een stam maar één keer op te spannen.
Om e.e.a. te completeren zie je hieronder nog een afbeelding van zaagwijzen en wat voor effect dat heeft op kromtrekken. Klik er weer even op voor een vergroting:

Zaagwijzen en hoe e.e.a. dan kromtrekt... (Bron: www.gitaarnet.nl)


Voorbeeld van een dun stammetje grenen  die bij de Ster "dosse" gezaagd is...

Het "beukenstammetje" wordt gezaagd...
Hierboven zie je hoe de beukenstam gezaagd word. De middelste zaagbladen (zie ook hieronder) zagen het kernhout er uit.


De twee buitenste zaagbladen zagen de zijkanten van de stam af. Wat overblijft zijn twee dikke plakken hout die naderhand een kwart slag gedraaid worden en ook weer opgespannen worden voor een tweede zaagronde.

Molenaar Henk houdt het allemaal in de gaten...
Terwijl de molen lekker aan het zagen is raak ik aan de praat met Elske. Elske is een gids bij de Ster en is ook bezig met haar opleiding tot molenaar. Ze heeft er al een tijdje niet zoveel aan gedaan en wilde weten of er weer cursusavonden waren. Toevallig had ik kort daarvoor een mailtje gekregen met de aankondiging van een aantal cursusavonden.

Het liep alweer tegen het eind van de middag. Omdat de wind niet zo sterk en nogal wispelturig was is het niet gelukt om de stam geheel door te krijgen. De stam was voor 3 kwart gezaagd toen we de boel stilzetten.
Henk en ik heb boven de boel afgezeild en opgeruimd.
Toen we weer beneden waren was er een dame uit de buurt binnengelopen die nog een oude prent dan van de Leidsche Rijn met daarop de twee molens (waarvan één de Ster is) die daar ooit hebben gestaan. Ze bood Piet de prent aan.
Piet is gek op geschiedenis dus dat was een welkome gift. De prent was redelijk gedetailleerd en liet goed zien hoe de molen er vroeger uit zag.
Ik had 's avonds nog en afspraak dus ik moest er snel vandoor. Ik bedankte molenaars Piet en Henk voor hun gastvrijheid en wijze lessen en hobbelde op m'n fietsie westwaarts naar de Meern   


Ik kreeg diezelfde avond nog een mailtje van Piet, hij had nog wat info opgezocht over het "bijlhouwersgilde" van destijds:

Ik moest vandaag het antwoord op de vraag naar het 'afromingspercentage' bij de verkoop van hout in Utrecht schuldig blijven.
In het Utrecht Archief bevindt zich het Bijlhouwersgilde boek. Daaruit hebben we een aantal jaren geleden stukjes uit getranscribeerd.
O. m. het volgende. Het 'afromingspercentage' komt in maart 1662 uit op 2,5 %.


Utrechts Archief 708-1 nr 79-bis


Woensdag den 26ste marty 1662


De vroedschap gehoord het advies van hare gecommiteerden heeft op ’t  versoek van ’t bijlhouwers gilt verstaan dat voortaan alle venduen oft omleggen van hout hier van buyten wordende gebracht sullen geschieden in ’t gildenhuys mits gevende de halve stuyver op de gulden als nu ten behoeve van ’t voorzeijts gildenhuys, en sal van nu voortaan bij ieder nieuw gildebroeder in plaetse van vier gulden tien stuyvers tot intree gegeven worden ses gulden voor de sieke bussen


Accordeert in kennis van mij
J. Ouint

In de volgende aflevering behandel ik het meedraaien op de Kilsdonkse molen.
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.
Groet,

Marcel

woensdag 9 maart 2011

Meedraaien op de Ster, deel 5

Lieve mensen,

Zoals ik al zei probeer ik wat achterstand in te lopen en vandaar al snel weer een nieuwe aflevering.
Afgelopen week kreeg ik een mailtje van een molenaar over hetgeen ik in m'n vorige weblog geschreven heb over het stroppen van gescheurde bovenassen. Bij deze een citaat uit die mail:

Wat het stroppen van de as betreft was het voorbeeld dat ik je stuurde niet de 'gebruikelijke' manier van stroppen, zoals je zegt. De gebruikelijke manier is nog steeds, voor ijzeren assen met scheuren ofzo, zoals voor de houten as is afgebeeld; dit (een van de molens van Gorcum) geval was uitzonderlijk. Het was gedaan ter gelegenheid van het aanbrengen van Bussel stroomlijnneuzen, ergens in de oorlog; hij was dus niet gescheurd, maar omdat gevreesd werd voor grotere krachten bij die stroomlijning werden uit voorzorg deze rare stroppen aangebracht. (molenaar) wil zeker niet gezegd hebben dat de getoonde stroppen voor die as 'gebruikelijk' zouden zijn. Mogelijk is het wel nergens anders zo gedaan.
Overigens is deze molen nog sinds de oorlog in min of meer gebruik geweest en die as heeft het dus gehouden, maar ik denk niet omdat die rare stroppen er zaten.

Hieronder de nogmaals foto's waar het om gaat:




Dan is dat bij deze rechtgezet.

Kort daarna kreeg ik een mailtje van een andere molenaar. Hij had m'n stukje gelezen over het vervangen van zeilen. Van hem kreeg ik een instructie waarin beschreven staat hoe je het makkelijkst en veilig zeilen kunt vervangen.
Dank aan beide molenaars voor hun reactie.

We waren gebleven bij 29 januari.
Op de avond van die 29e januari zou een gezelschap van een oldtimer (auto's) vereniging een etentje hebben in het winkeltje van Molen de Valk. Na het etentje zou er dan een rondleiding plaatsvinden in de molen, om 21:30.
Een paar weken daarvoor had de voorzitter van de stichting een mailtje rond gestuurd met de vraag of er molenaars waren die die avond een rondleiding konden verzorgen voor het gezelschap.
Het was op een zaterdagavond en dan hebben de meeste mensen wel wat te doen. Ik had die avond niks in m'n agenda staan dus ik wilde wel wat verzorgen.
Vlak voordat ik naar Montfoort reed belde molenaar Paul me op. Hij had de molen al op de wind gezet, ik hoefde 'm alleen maar op te zeilen.

De Valk bij nacht... (januari 2010)
Nog geen 5 minuten daarna belde molenaar Piet me. Hij dacht dat het wel eens nodig kon zijn om bij te springen want het ging om een club van meer dan 30 mensen. Als het nodig was dan mocht ik 'm bellen.
Aangekomen bij de molen was het gezelschap net klaar met het nagerecht. Ik stelde mezelf voor en vroeg wie er allemaal mee naar boven wilden. Op 2 na gingen alle vingers omhoog, 30 mensen, dat wordt nog een klus want de molen staat helemaal vol en je kunt maar met een mens of 6-7 tegelijk naar boven.
Toch Piet maar even gebeld.
Buiten het feit dat ik de hulp wel kan gebruiken weet Piet ook veel meer van de geschiedenis van de molen en weet hij ook meer leuke anecdotes te vertellen.
In afwachting van Piet zeilde ik de molen op. Ik had de buitenverlichting aangestoken zodat er ook wat te zien was. 's Middags stond er bijna geen wind maar nu stond er toch een stijve bries. Om het mezelf niet al te moeilijk te maken legde ik twee volle zeilen voor op de binnenroede.

De Valk met z'n kersttooi... (december 2009)
Het vroor behoorlijk en de stelling begon ook goed glad te worden. Zometeen oppassen met de bezoekers.
Toen de boel draaide liep ik naar beneden toen Piet net binnenkwam.
Piet sprak het gezelschap toe en begon wat te vertellen over de geschiedenis van de Valk. En over leuke anecdotes gesproken: ik heb er die avond weer één bij geleerd.
De Valk is bewoond geweest dus op elke zolder was een woonruimte, behalve in de kapzolder. De koningsspil zat er ook nog in maar was halverwege afgezaagd zodat er meer ruimte in de diverse kamers ontstond. In de kapzolder was alles nog compleet, boven-as, bovenwiel en een bovenbonkelaar. Ook het gevlucht was nog compleet.
De molen had jaren niet gedraaid maar er ontstonden plannen om de molen weer gangbaar te maken. De toenmalige bewoner wilde een kijken of de molen nog werkte en samen met een molenaar hebben ze geprobeerd de molen weer aan de gang te krijgen. Toen er een goede wind was heeft men de kapzolder gecontroleerd en daar bleek alles OK te zijn. Beneden lichtte men toen de vang en verrek! De molen begon te draaien! Dat draaien ging echter gepaard met een hoop gekraak en andere herrie! Zoals ik zei was de koningsspil halverwege afgezaagd om ruimte te sparen in wat kamers. Maar op de zolder onder de kapzolder stak de spil nog door. Daar zijn indertijd allemaal kasten tegenaan getimmerd om bergruimte te creëren. Doordat de koningsspil nu ging draaien draaiden al die kasten helemaal kapot! Foutje, bedankt...
Het is uiteindelijk allemaal weer goed gekomen want zoals jullie hebben kunnen lezen is de Valk weer volledig maalvaardig en wordt er door de vrijwilligers hard gewerkt om er een complete meelfabriek van te maken.
Terug naar de rondleiding. Piet en ik leidden twee groepen rond waar we een klein uurtje mee bezig waren.
Ik heb er toch weer een leuke anecdote aan over gehouden.

De week daarop kregen we een bloemetje thuisgestuurd. Het bankfiliaal wat een schenking van 10.000 euro had gedaan had beloofd om alle vrijwilligers via een bloemetje te bedanken voor hun inzet. Toch weer een leuke opsteker.
Donderdagavond 3 februari hebben we weer geklust bij de Valk. Bij de buil moesten nog wat kleine kinderziektes verholpen worden. Verder zijn Paul en Aart bezig geweest met het maken van meelpijpen. Door deze meelpijpen wordt van alles en nog wat getransporteerd: meel, bloem, zemelen, graan enz. Piet en ik zijn met de waaierij bezig geweest. De waaierij is eigenlijk Hein z'n zorgenkind.

Hein en Piet bezig met de schuddebak van de waaierij... (begin 2010)
Hij heeft dat ding voor het grootste gedeelte helemaal zelf uit elkaar gehaald, onderdelen gerepareerd en vervangen en daarna voor een groot gedeelte weer opgebouwd. Hein tobt de laatste tijd jammer genoeg met z'n gezondheid en daarom proberen we het zo mooi mogelijk af te maken.
Een waaierij heb je nodig als je graan pelt. En aangezien de Valk ook een pelmolen is...
Met de pelsteen sla je de pellen van bijv. spelt of boekweit af. Na het pellen moeten de pellen verwijderd worden. Ofwel: het kaf van het koren gescheiden worden (letterlijk). Dat doe je met een waaierij.
Het gepelde graan gooi je in een kaar (graanbak). Vanuit de kaar valt het graan door een lange smalle spleet. Achter die smalle spleet draait een waaier, een soort ventilator.

De opengewerkte waaierij. De schoepen van de ventilator zijn duidelijk te zien...
Aangezien de pellen een stuk lichter zijn dan de graankorrels worden de pellen tussen de korrels uit geblazen en de korrels vallen in een opvangbak.
Voorheen gebeurde dat met een waaierij die met de hand aangedreven werd. Werkte goed maar was erg vermoeiend. En wie mocht er aan de slinger draaien? Juist, de leerling...
De waaierij die op dit moment opgeknapt wordt kan door een riem (dus door de molen) aangedreven worden.
De buil werkt nu dus het volgende project is de waaierij. 


OP vrijdagavond 4 februari was er een cursusavond voor (leerling) molenaars. Deze avonden worden gehouden bij een aannemersbedrijf in Soest, zij stellen daarvoor een ruimte ter beschikking.
Het onderwerp van die avond was "Vierkante Molens" en dat zijn de standerd-, de wip- en de paltrokmolens. Ook weidemolentjes en spinnekoppen zijn vierkant maar die werden die avond niet behandeld.
De "les"werd gegeven door Maarten, de molenaar van de Westveense molen.
Deze avonden hebben ook een sociaal karakter en worden als zodanig ook "misbruikt" om wat bij te kletsen. Daardoor begon de avond ook ruim een kwartier te laat. Ik zat een beetje op hete kolen omdat ik om 22:30 nog plaatjes moest draaien op een feestje.
A.d.h. van foto's legde Maarten uit hoe de diverse molens waren opgebouwd. Heel wat benamingen van balken passeerden de revue. Voor leerlingen erg belangrijk want over de standerd en de wip schijn je bij examens behoorlijk "doorgezaagd" te worden omdat dit de Nederlandse "oer"windmolens zijn, daar is het allemaal mee begonnen.
Er ontstonden ook leuke discussies over het dragen van onder- en bovenzetel. Leuk en leerzaam.
Om 22:00 was de avond nog in volle gang maar ik moest helaas weg voor m'n feestje.


Donderdag 10 februari weer geklust bij de valk. Ik ben verder gegaan met het afdichten van de luiken met schuimtape. Daarna heb ik Piet geholpen met het aanpassen van de schuddebak van de waaierij. Aangezien Piet instructeur is en molenaar op een wipmolen heb ik 'm nog eens gevraagd hoe het zat met het dragen van het bovenhuis bij een wip. Bij de les van afgelopen vrijdagavond leek het alsof het volledige gewicht van het bovenhuis en de koker op één horizontaal liggende balk rustte, de "draagbalk".
1/3 Van het gewicht van het bovenhuis rust op de onderzetel welke gedragen wordt door de 4 hoekstijlen. 2/3 Van het gewicht rust op de bovenzetel. De bovenzetel rust op de koker, welke weer op de schaarstijlen rust en de schaarstijlen rusten dan uiteindelijk op de draagbalk.

Doorsnede van een wipmolen. In het midden de verticale koker die (ook) rust op de kokerbalken...
Daarbij lijkt het alsof het het volledige gewicht van bovenhuis en koker op de horizontale draagbalk rust.
Piet wist te vertellen dat ook de kokerbalken een zeer groot gedeelte van de koker (en dus het bovenhuis) dragen. De kokerbalken worden weer ondersteund door de ondermantelbalk en de ondermantelstijlen. De ondermantelstijlen staan dan weer op de muurplaat, een dikke rechthoekige balk die op de veldmuur ligt.

Een gedeelte van het "schaargebint"van een wipmolen. Onder op de voorgrond is het waterwiel te zien. Daarboven 2 x 2 balken die kruislings in elkaar gewerkt zijn, dit zijn de kokerbalken. Daar bovenop staat de koker (donkere houtskleur). In het vierkante gat wat de kokerbalken vormen zien we nog net de koningsspil en een heel klein stukje onderbonkelaar... (bron: Wikipedia)
V.w.b. de draagbalk, deze ligt op een muur dus die wordt nooit op buiging belast. Deze muur vormt één helft van de waterbak, dat is de ruimte waarin het waterwiel ronddraait. Het waterwiel zit op de water-as waar ook het scheprad op gemonteerd is.
Sorry, weer even een technisch verhaaltje.


Zaterdag 12 februari
Ik ben wat later naar de Ster gegaan omdat ik 's morgens nog wat klussers op gang te helpen. Ik zat in de organisatie van een discofeest en daarvoor hadden we de zaterdag daarvoor wat geklust. We hebben met wat mensen een aanral lichtpanelen in elkaar geknutseld. Die klus was helaas niet afgekomen dus heb ik de klussers 's morgens wat op gang geholpen.
Het was 's morgens verschrikkelijk pisweer om het maar eens op z'n plat Hollands te zeggen. Gelukkig was het droog toen ik op m'n motor naar de Ster reed.
Het weer voor die dag:


Windrichting: Oost-Zuidoost
Windkracht: 4 (21 km/u)
Temperatuur: 3°C
Luchtdruk: 1013 HPa
Vochtigheid: 97%
Bewolking: Stratus
Hoogte bewolking: Laag
Trekrichting bewolking: Niet te bepalen, egale grijze deken.
Neerslag: lichte regen
Weerkaart: Twee occlusies kort achter elkaar vanuit noorden over ons heen, warmtefront vanuit het zuiden.
Buienradar: buien trekken van ZW naar NO over NL.
Overige waarnemingen: Geen

Al die fronten zo kort op elkaar, dat beloofde weinig goeds...
Zoals gezegd kwam ik wat later bij de molen. Piet was nog beneden, Henk was boven bezig met nog een leerling. Ik ben helaas z'n naam vergeten maar voor het gemak noem ik 'm Wim.
Het had de week daarvoor erg hard gewaaid (ik baalde er dan ook van dat ik er toen niet bij kon zijn). Ze hebben toen wat geëxperimenteerd om de molen toch te laten zagen. Ze hebben het zeil om de fok heen geslagen en aan de achterkant aan het hekwerk vastgezet om de stroomlijn te verstoren, op die manier zou het gevlucht wat minder hard lopen. Piet wist te vertellen dat dat goed gelukt was. Ook hebben ze de molen ± 30° onder de wind gezet en ook dat ging goed. Door deze maatregelen te nemen is het mogelijk om bij harde wind (kracht 6-7) toch te zagen.
Zoals gezegd was Henk al boven met Wim. Door de schuur liep ik ook naar boven. Het rook weer behoorlijk naar bier want de vrienden van het Biercollectief waren alweer driftig aan het brouwen.
Henk was Wim een aantal zaken over de zaagmolen aan het uitleggen en vroeg me of ik alvast de molen op de wind wilde zetten. Op de kapzolder alvast de lekenpen er uit getrokken. De "lekenpen" is een pen die voorkomt dat "leken" (lees "vandalen") de vang kunnen lichten.
Op de stelling de roeketting en bliksemkabel gelost en de kap op de wind gekruid. Ik besloot even te wachten met opzeilen zodat Wim en ik dat samen konden doen.
Nadat we samen de boel hadden opgezeild onder de deskundige leiding van Henk was het tijd voor een bak koffie. In mijn geval zou dat dan thee zijn.
Beneden in de bar heeft Piet me weer e.e.a. uitgelegd over het deterineren van hout m.b.v. een loep en/of een microscoop. Als je hout haaks op de groeirichting doorzaagt en de zaagvlakken heel fijn schuurt dan kun je met een loep haarvaten zien lopen:


Structuur van hout onder een microscoop... (bron: http://delta-intkey.com/wood/de/www/rutflisp.htm)
Elke houtsoort heeft een eigen manier van het ordenen van deze vaten en daar is het hout aan te herkennen. Piet heeft daarvoor een boekje waar al die structuren in staan. Daarmee kan hij vergelijken en zodoende bepalen om welke houtsoort het gaat. Hij heeft ook laten zien dat er verschillende houtsoorten in een boomstam zitten die ook van kleur kunnen verschillen:

De doorsnede van een boomstam met daarin de verschillende houtsoorten... (bron: pijlenboog.be)
Daarna was het tijd om eens wat te gaan doen. Het zagen voor opdrachten was klaar dus mochten we weer wat "voor onszelf" gaan zagen.
Er lagen nog behoorlijk dikke stammen in de Leidsche Rijn en Piet zou wel even een mooie uitkiezen.
Normaal gesproken duikt Piet in een waadbroek en plonst de Rijn in om een stam op de sleephelling te krijgen. Vandaag vroeg ik hem of ik dat eens mocht doen. Daar had Piet totaal geen bezwaar tegen omdat het niet zo'n heel fijne klus is. Je moet vaak met je armen vrij diep de bagger in om een boom op de sleephelling te krijgen.
De sleephelling is een houten helling waarover de stammen vanuit het water de schuur in gesleept kunnen worden.
Piet wist nog wel te melden dat de waadbroek lekte maar dat hij hem wel gerepareerd had. Daar was ik natuurlijk erg blij mee.
De stammen die in de Rijn liggen uit te wateren zijn met een kram verankerd aan een ketting zodat ze niet weg kunnen drijven.
Met m'n waadbroek aan hobbelde ik de Rijn in om de kram er met een tang uit te friemelen. Daarna heb ik een grote klem om de stam heen geslagen. Aan die klem zitten twee grote scherpe punten die aangrijpen in het hout. Aan de klem zit verder een oog die we dan kunnen bevestigen aan de kabel van het electrisch sleepwerk.
Het sleepwerk is een soort takel die de boomstammen vanuit het water de zaagschuur in trekt. Deze wordt normaal gesproken door de wind aangedreven, bij de Ster werkt deze electrisch.
V.w.b. de sleephelling zit er bij de Ster een addertje onder het gras: normaal gesproken ligt een stam net op de sleephelling. Je hoeft dan alleen maar het sleepwerk aan de stam te koppelen en je sleept de stam zo de schuur in.
Bij de Ster is de sleephelling net te kort en de stammen liggen daardoor niet op de helling maar op de bodem van de Rijn. Je moet de stam dus iets oplichten (10 a 15 cm) en op de helling leggen voordat je kunt slepen.
Het is gebruikelijk om met het sleepwerk de stam met "grof geweld"de helling op te trekken.


Emmeren... (Foto: Rebke Klokke http://www.arebkeoriginal.com/)
Echter, Piet had een behoorlijk zware stam uitgekozen waarbij dat grove geweld niet zou werken, de sleephelling kon dan beschadigen. De stam moest dus iets gelicht en op de helling gelegd worden. De schatting was echter dat dit "stammetje" wel 1500 kg zou wegen en dat til je niet zomaar op.
Met vereende krachten en een hoop gereedschap zijn we aan het emmeren geweest om dat ding iets omhoog te krijgen.
Nog meer emmeren... (Foto: Rebke Klokke http://www.arebkeoriginal.com/) 
Zoals jullie weten fotografeer ik veel en zeker dit zou ik wel op de gevoelige plaat willen zetten. Ware het niet dat ik zelf nogal druk aan het klooien was met die stam. Gelukkig woont er op het molenerf een fotografe die ook de site van de ster beheert. Toevallig was ze met haar camera in de buurt en schoot wat plaatjes. Sta ik er zelf ook eens op... Ook Joost was inmiddels aanwezig om ons te helpen.
Met balken, wiggen, blokken hout en wat al niet meer kregen we de stam net een stukje op de helling. Ook "Opa" heeft goed geholpen. Opa?
Bij de Ster hebben ze een zware koevoet die ze liefkozend "Opa" noemen. Tot op heden heb ik nog geen idee waarom, dat zal wel een goed bewaard geheim zijn.
Met een aantal mensen hielden we de stam omhoog en met een kettingtakel werd de stam op de helling getrokken.
Nadat we een half uur hebben lopen moeken lag de stam dan eindelijk op de helling. En dan laat een trotse MIO natuurlijk een stoere foto van zichzelf maken:

Stoer, hoor...(Foto: Rebke Klokke http://www.arebkeoriginal.com/)
Met het sleepwerk wilden we de stam verder naar binnen slepen. Helaas bleek dat te zwak dus het werd handwerk.
Aan de klem, die nog steeds in de stam verankerd zat, werd een kabel bevestigd. In de schuur werd een speciale takel, een Tirfor, verankerd. Met deze Tirfor zou de stam dan naar binnen gesleept worden.

Tirfor...
Principe van een Tirfor: De haak aan de linkerkant wordt verankerd. Aan de rechterkant zit een klein dopje, hier wordt de kabel ingestoken en doorgevoerd totdat deze er aan de linkerkant, bij de haak, weer uit komt. Dan wordt er een pal omgezet waardoor de kabel vast zit in het apparaat. dan wordt er een lange pijp op een hefboom gezet (power stroke lever). Door nu de pijp heen en weer te bewegen wordt de kabel naar links (en dus ook de last die er aan hangt) getrokken.
Piet begon met trekken en toen de stam half op de helling lag nam ik het over. Tijdens het trekken werden er stalen pijpen onder de stam gewerkt zodat de stam over deze pijpen kon rollen, dat scheelde een hoop kracht.
Joost en Piet hebben net een stalen pijp onder de stam weten te krijgen... (Foto: Rebke Klokke http://www.arebkeoriginal.com/)
Terwijl ik lekker bezig was (het zweet stond op m'n voorhoofd, leuke hobby!) kwam één van de muzikanten van de Baviaen van Schurhoff de schuur binnen lopen. Hij zag me met die Tirfor aan de gang en dat bracht 'm op een idee. Hij rende terug de bar in en haalde de rest van het gezelschap op. Voor ik het in de gaten had zaten 2 accordeonisten en een violist op de zaagslee hun muziek te spelen op de maat van de heen-en-weer kadans die ik maakte om die stam binnen te slepen. Dat zijn pas arbeidsvitaminen!
Dat ging een paar minuten goed en het was beregezellig in de schuur. Totdat de "Boeven" van Schurhoff steeds sneller begonnen te spelen! Ik kon een tijdje met ze mee (stoere vent als ik ben :-) maar ik moest het uiteindelijk toch opgeven. Toch had hun oppepper goed geholpen want de stam lag bijna tot aan de deur.

De stam geheel op de helling... (Foto: Rebke Klokke http://www.arebkeoriginal.com/)

De stam net geschild...

De stam verder de schuur in trekken met de Tirfor...
Voordat de stam de schuur in getrokken werd moest deze nog geschild worden. Wim kreeg de eer om dat een keertje te doen. De stam had al zo lang in het water gelegen dat de bast er bijna vanzelf afviel.
Toen de stam kaal was hebben Piet en Wim het ding de schuur in getrokken.
Dat was even buffelen! Tijd voor een bakkie.
Piet heeft de stam met een rolmaat opgemeten en via wat tabellen raamde hij het gewicht op zo'n slordige 1300 kg. Toch geen kattepis!
Na de koffie hebben we geprobeerd om de stam op de slee te krijgen. Er is een speciaal kraantje aanwezig om boomstammen op de slee te leggen maar Piet wist uit ervaring dat die voor deze stam te licht was.
Dat werd dus handwerk en ook dat was een behoorlijke bevalling.
De stam werd nagenoeg tegen de slee aan gerold.

De stam naar de slee rollen...
Met dommekrachten werd hij steeds een beetje opgelicht waarna er dikke balken onder geschoven werden. Dat werd een paar keer herhaald totdat de stam op gelijke hoogte met de slee lag en er zo opgerold kon worden.
En eindelijk ligt-ie dan waar-ie wezen moet: Op de zaagslee!
Je wilt het niet geloven maar hier zijn we een hele middag mee bezig geweest. Het liep al tegen 4-en. De molen stond stil omdat de wind was gaan liggen. Henk, Wim en ik hebben de molen afgezeild en weggezet.
Beneden heeft Piet me nog wat uitgelegd over het determineren van hout. Hij had een stuk uit de stam gezaagd en dat met een loep bekeken. Het bleek dat het om en stam beukenhout ging.
Nadat dat bekend was hebben we met z'n allen nog wat gedronken. En dat was nodig ook want na al die fysieke arbeid konden we niet meer tuffen!
Zo tegen 5-en stapte ik op m'n eigen molentje en reed ik met een voldaan gevoel weer naar huis.
Wederom een enerverend dagje!


zondag 6 maart 2011

Meedraaien op de Ster, deel 4

Lieve mensen,

Weer een aflevering van m'n molenlogboek. Het heeft even geduurd omdat ik de afgelopen tijd wat andere prioriteiten had. Ook begint het in de gieterij erg druk te worden waardoor ik nogal wat avonden zit over te werken.
Ik zat in de organisatie van een discofeest wat 19 februari plaatsvond en daar heb ik erg veel tijd in moeten steken. Was niet voor niks want het was een zeer succesvol feest, we hebben de omzet kunnen verdubbelen. Zoals jullie aan de rechterkant in m'n profiel kunnen lezen draai ik af en toe wat plaatjes op feestjes en zo ook bij dit feest. Klik hier voor wat foto's.
Daarbij ben ik ook nog erg druk geweest met een presentatie over m'n motorreis door Himalaya die ik vorig jaar gemaakt heb. Daarvoor moest ik nog erg veel foto's en video's uitzoeken. Hieronder één van de vele foto's:

Foto: Jos Gelissen
Op bovenstaande foto zit ik lekker een banaantje te eten net nadat we de Baralacha La pas (noord India,  4890 m) over gekomen zijn.
Maar dat even terzijde. De privédrukte is voorbij dus ik kan weer wat met molens gaan doen.
Ik hoop dat m'n weblog nu beter leesbaar is vanwege de nieuwe opzet.
Van veel mensen krijg ik te horen dat ze een reactie willen achterlaten maar dat dat niet lukte omdat je bij het vakje "reageren als" een keuze moest maken uit geregistreerde gebruikers. Het bleek dat dat een instelling was. Deze heb ik aangepast en nu kan iedereen reageren. In het vakje "reageren als" staat nu ook een optie "anoniem", deze kun je gebruiken als je wilt reageren.
Dus, als je een krabbel wilt achterlaten? Graag! Wel even je naam er bij zetten...
Voor zover jullie het nog niet wisten: als je op de foto's klikt dan krijg je een vergrotong te zien. Dus: wil je een foto wat beter bekijken? Klik er dan even op.
Door alle drukte loop ik 2 a 3 afleveringen achter op m'n weblog. Ik ga proberen om die  er versneld doorheen te krijgen, het kan dus zijn dat ik jullie mailbox deze week ga spammen.
Ik heb op 5 maart een dagje meegedraaid op de Kilsdonkse molen, een watervlucht- oliemolen in de buurt van Dinther. Daarover in een komend bericht meer.


Week 2 van dit jaar was een drukke "molenweek" Het begon met weer een periodieke overhoring van de lesstof bij molenaar Ingrid op dinsdagavond. Deze keer heb ik alles over de vang moeten leren. Na m'n sappie (ik lust geen koffie) en koekie kreeg ik een spervuur van vragen over me heen over de rem-inrichting van windmolens. Veel van de stof is stampwerk omdat elk onderdeel in de molen een eigen, vaak oud-Hollandse, naam heeft. Zo ook bij de vang: Vangblokken, teenstuk, sabelstuk, koebouten, belegstukken, bandvang, voorste hanger, lekenpen, maanijzers, noem maar op. En ik ben er zo slecht in, in dat stampwerk. Ik ben meer van het dingen oplossen door logisch na te denken en zaken in de praktijk leren.
Van alles wat ik lees schrijf ik een samenvatting. Door het op te schrijven blijft het wat langer in m'n kersepit hangen. En ik kan het naderhand nog eens in het kort nalezen. Het is erg veel werk maar het is mijn manier..
Volgens mij was Ingrid wel tevreden over de beheersing van de stof. Maar ja, het is maar een klein onderdeeltje. Veel heb ik al gehad maar ik moet ook nog veel stof behandelen. De belangrijkste stof heb ik wel gehad, de zaken die ik nu nog moet doornemen zijn aanvullende zaken zoals molenbiotoop, arbo, veiligheid enz.
Wat ik nog wel moet gaan leren en wat erg belangrijk is is het weer, daar heb ik eigenlijk nog maar weinig aan gedaan.
In een eerdere aflevering heb ik jullie verteld dat ik een weerlogboek bij hou. Elke dag kijk ik minstens één keer naar buiten om te zien wat het weer doet. Temperatuur, wolken, neerslag, windrichting, windkracht, druk, ik noteer het allemaal in een formulier.

Rolwolk boven Enschede. Deze kom je als molenaar liever niet tegen... (Bron: Wikipedia)
Met die vele waarnemingen begint dat formulier behoorlijke proporties aan te nemen. Kan echter nog niet zeggen dat ik al wat zou kunnen voorspellen. Maar ik ben pas 2 maanden bezig, misschien komt dat nog.
Ik noteer een hoop maar hoe het weer werkt weet ik nog niet precies, dat moet ik nu dus nog gaan leren. Eigenlijk is dat de stof waar je als leerling molenaar mee zou moeten beginnen. Tijdens je hele "loopbaan" als MIO kun je dan bewuster met het weer bezig zijn, je kunt er dan meer "gevoel" voor krijgen.
dat wordt dus m'n volgende leer-project: het weer.

Woensdagavond was er dan de nieuwjaarsborrel bij molen de Hoop. Het was verschrikkelijk slecht weer toen ik op m'n motor naar Loenen reed, de regen kwam met bakken uit de hemel. In het winkeltje van de molen brandde gelukkig de kachel.
Ik zie de vrijwilligers van de Hoop niet zo vaak meer omdat ik bezig ben met m'n "zwervende bestaan" als MIO. Daarom is zo'n avond als deze heel geschikt om weer eens bij te beppen.
Tijdens de bijeenkomst werden uiteraard de resultaten van het afgelopen jaar besproken alsook de plannen voor het nieuwe jaar.
Ook Paul Vesters van Het Utrechts Landschap was aanwezig om een verhaaltje te doen. Hij vertelde dat er van de overheid uit veel bezuinigd moet gaan worden maar dat deze regering wel hart heeft voor monumenten. Hij vertelde verder dat er een aantal projecten waren afgerond en dat er andere projecten gaan beginnen. Het HUL heft subsidies gekregen voor het opknappen van een tweetal molens waaronder die van Kockengen. Ook was er een subsidie ontvangen voor het opknappen van Kasteel Loenersloot.
Na de "plechtigheden"was het dan tijd voor een informeel samenzijn onder het genot van een hapje en een glühweintje.
Helaas regende het nog steeds touwtjes toen ik weer op m'n bromtol naar huis moest...

De donderdagavond was het dan (m)oliebollenavond voor de (leerling) molenaars voor de regio Utrecht/het Gooi.
De molenaars zijn lid van het Gilde maar zitten allemaal op hun eigen molen. Daarom zien ze elkaar niet zo heel erg vaak. Reden waarom er regelmatig van dit soort contactavonden georganiseerd worden. In eerste instantie heeft zo'n avond een informeel sociaal karakter, met z'n allen weer sterke verhalen uitwisselen over wat er de afgelopen tijd weer op de molen was gebeurd. Verder kunnen er op zo'n avond centraal wat mededelingen worden gedaan.  De avonden worden georganiseerd in de thuisbasis van het HUL, de villa op landgoed Oostbroek.
Met molenaar Piet van molen de Valk kon ik meerijden naar het landgoed. Onderweg hebben we nog wat zitten discussiën over het "pompend vangen" zoals ik dat in de vorige aflevering heb beschreven. Piet is sinds kort instructeur en ook van dit soort gesprekken met een instructeur leer je veel.
In de zalen van de villa Oostbroek was het inmiddels gezellig druk, er werden weer heel wat verhalen uitgewisseld.
Na de koffie en de nodige (m)oliebollen riep molenaar en voorzitter Ingrid haar kudde op orde en begon het officiële gedeelte van de avond.
Uiteraard was Paul Vesters hier ook aanwezig om zijn verhaal te doen.
Nadat alle plannen waren bekend gemaakt werden we getrakteerd op een fotoreportage van Judith Brandon en Marius van Wijk. Beide hebben prachtige molenfoto's gemaakt waarvan Judith een mooie reportage had samengesteld. Ik fotografeer zelf ook graag en veel (klik hier voor mijn foto's) maar vaak kijk ik nog wel eens met een jaloers oog naar de foto's van Judith... Het was een prachtige reportage.
Na de reportage was het tijd voor een molenkwis met als thema "2010". Molenaars Ingrid en Dick hadden weer heel wat "multiple-gok" vragen op papier weten te zetten. We werden opgedeeld in groepjes van 5 en met z'n allen bespraken we de vragen met hun antwoorden. Ik was de jongste van het stel dus ik werd aangesteld om de vragen met hun antwoorden voor te lezen. Tja dat heb je met die ouwe molenaars hè, die kunnen die kleine lettertjes niet meer lezen :-).
Omdat ik zelf nog MIO ben dacht ik dat ik maar weinig bij kon dragen aan het juist beantwoorden van de vragen. Achteraf viel dat best wel mee en had ik het bij veel vragen bij het juiste eind.
Helaas mocht het niet baten want we hebben de kwis niet gewonnen. Drie fouten was toch net iets teveel.
Maar dat mocht de pret niet drukken, het was een erg gezellige avond waarbij ik met veel bekende molenaars weer even bij heb kunnen beppen.


Ik had deze week bij de gieterij ook een mailtje van molenaars Peter en Jaap die m'n verhaal over gietijzer hadden gelezen. Zij konden bevestigen wat ik schreef over het ontwerp van boven-assen. Ik heb daarover geschreven dat het giettechnisch eigenlijk een slecht ontwerp is. Er is een heel abrupte wanddikte overgang van de hals (Ø350 mm) naar de wanden van het roegat (60 mm). Verder zitten er in de roegaten zeer scherpe hoeken. Ik heb aangegeven dat beide de oorzaak kunnen zijn van scheuren in de askop maar ik heb dat nooit kunnen onderbouwen met beeldmateriaal.
Ik heb bij molenaars wel eens gevraagd of ze gevallen kenden van afgebroken boven-assen en waar ze dan precies afgebroken waren. Er waren wel gevallen bekend maar die waren allemaal achter de hals (in het lijf) afgebroken. Totdat ik van Peter en Jaap foto's kreeg toegestuurd van boven-assen die in de askop gescheurd waren en die daarna gestropt werden.

Linksbovenin de askop is een behoorlijke scheur te zien...
Naar aanleiding hiervan is er wat mailverkeer geweest over de manier van stroppen hoe die over het algemeen werd toegepast en hoe ik daar over dacht.
De foto die ik van Peter kreeg liet zien hoe een as gebruikelijk gestropt word:
Gestropte boven-as...
Op de foto zijn links en rechts op de askop duidelijk twee stalen strips te zien die met trekstangen (stroppen), achter de askop langs, vastgezet zijn.  Die trekstangen kunnen alleen krachten opnemen in de richting waarin ze geplaatst zijn en dat is in dit geval in de lengterichting van de boven-as. Ik ga er van uit dat de meeste krachten op de askop komen te staan bij het (te snel) vangen. Die krachten staan dan loodrecht op de lengterichting van de boven-as. Mijn (misschien niet al te bescheiden) mening is dat deze trekstangen, zoals ze hier zijn toegepast, totaal geen nut hebben. Ik ben van mening dat een boven-as met scheuren in de askop gestropt moet worden zoals een houten boven-assen ooit werden gestropt:

 Houten boven-as zoals deze gebruikelijk gestropt wordt...
Om even kort te blijven, over dit soort zaken hebben Peter, Jaap en ik het gehad en daar komt waarschijnlijk nog een vervolg op. Ook weer heel leerzaam.
Was even een technisch stuk, excuses aan de lezers die dit totaal niet boeit.... 


En het werd vanzelf zaterdag 15 januari, molendag.
Eerst weer even het internet raadplegen voor het weer:


Windrichting: Zuid-west
Windkracht: 4 (24 km/u)
Temperatuur: 9°C
Luchtdruk: 1018 HPa
Vochtigheid: 94%
Bewolking: Stratus
Hoogte bewolking: Laag
Trekrichting bewolking: noord-oost
Neerslag: Geen
Weerkaart: Vanuit Engeland komt er een warmtefrontje op ons af.
Buienradar: buien trekken van ZW naar NO over NL.
Overige waarnemingen: Geen

Zoals te doen gebruikelijk hobbelde ik weer op m'n fietsie naar het molenpark in Utrecht. Ik zette m'n fiets in de schuur en het bleek dat er een feestje was geweest. Op de pollen van de zaagslede stonden allemaal vaasjes met rozen.

Zo wordt werken een stuk gezelliger...
Eerst weer ff bijbeppen met de molenaars (alsof we dat afgelopen donderdag al niet hadden gedaan) tijdens de koffie en thee.
Piet vroeg me of ik al gevraagd was door het regiobestuur om eens een voordracht te doen over gietijzer want dat leek hem erg interessant (ik ben inmiddels gevraagd, ik mag een presentatie geven op 2 april tijdens de algemene ledenvergadering). Er is ooit wel eens een presentatie over gietijzer geweest maar dat kon wel eens 10 a 15 jaar terug zijn.
In het verleden zijn er veel presentaties geweest van bijv. rietdekkers, houtbewerkers enz. en het meeste was ooit al eens behandeld. Toch leek het mij een goed idee om al dat soort zaken nog eens de revue te laten passeren en hier en daar eens een presentatie te herhalen. Dat zou je om twee redenen kunnen doen:
1. Technieken veranderen. Neem nu alleen het gietijzer, de laatste jaren zijn er best wel wat ontwikkelingen geweest en de stand van zaken is wezenlijk anders dan 10 jaar geleden.
2. Nieuwe molenaars. Elk jaar slagen er weer veel molenaars die al die "oude" presentaties nooit hebben meegemaakt, ook voor die molenaars zou je e.e.a. eens kunnen herhalen.
We boomden daar nog even over door waarna Henk en ik de kap in klommen om hier en daar wat te smeren. Er heerste een redelijke temperatuur dus de reuzel was zacht genoeg om uit te smeren over de hals en de pen. De molen stond nog in het werk maar er stond voldoende wind, dat was dus geen probleem.
De boel opgezeild, voorlopig alleen twee volle zeilen op de binnenroe.
Piet had inmiddels weer een stammetje uit het water getoverd welke Henk al half had geschild. Ik schilde de stam verder af op de sleephelling (ging nog bijna op m'n gezicht, zo glad is die helling) en Piet en ik trokken het ding samen naar binnen, geen zin om het sleepwerk in te schakelen, duurt te lang (dit is nou een typische "van-dik-hout-zaagt-men-planken"-houding).
Piet en Henk begonnen aan hun eigen hobby-projecten waardoor ik de kans kreeg om de stam helemaal zelf op te spannen. En met een klein beetje hulp is dat ook gelukt.
Beide molenaars hadden aangegeven dat ze wat eerder weg moesten, we konden dus niet de hele stam zagen. Joost stelde voor om dan de katoenen zeilen te gaan vervangen door WK77 (kunststof) zeilen.
Bij de ster is nog één roede uitgerust met 2 ouderwetse katoenen zeilen, deze zijn door Piet zelf gemaakt. Het nadeel van katoen is dat het snel rot als het vochtig is. Vandaar dat het in dit natte seizoen beter is om de zeilen te vervangen door zeilen van WK77. Dit is doek wat gemaakt is van kunststofvezels en bestaat voor ± 50% uit polyester.
Ik had nog nooit een nieuw zeil voorgelegd dus dat zou weer een leermomentje worden.
Joost zou bij het eerste end het zeil vervangen dan zou ik het bij het volgende end doen.
We hebben de molen stil gezet en we kropen de kap in om het rechter luik uit het voorkeuvelens te halen.
Door het luik heb je een leuk uitzicht over de omgeving:

Uitzicht over de westkant van de Leidsche Rijn. Linksbovenin de askop...
Joost ging naar beneden om onderaan het end het zeil los te maken. Daarna klom hij het hekwerk in om het zeil op ± een meter of 4 vanaf de askop door het hekwerk te steken. Dit gebeurt om de spanning van de linker- en rechter bovenhoektouwen af te halen zodat ze makkelijker los te knopen zijn.
Joost stond zowat boven in het hekwerk en maakte het rechterbovenhoektouw los. Hij leerde me om één been door het hekwerk te steken als je in de wiek bezig bent. De voet van dat been sla je dan weer om een heklat heen en zo ben je gezekerd.
Ik zat in de opening van het voorkeuvelens en van daaruit kon ik het linkerbovenhoektouw losmaken.

Zicht naar rechts vanuit het luik. Links de zeilarm met daaraan het linkerbovenhoektouw...
Vanuit het luik kon ik bij de zeilarm komen om het touw los te maken. Ware het niet dat de knoop aan de achterkant van de zeilarm zat en die was in de loop van de tijd behoorlijk strak gaan zitten. Daar moest dus toch even een mes aan te pas komen.
Nadat het touw losgesneden was liet ik het zeil voorzichtig vallen. Omdat het zeil nog door het hekwerk gestoken was viel het niet meteen naar beneden. Joost leerde me om op de juiste manier het zeil naar beneden te brengen.
Het langste gedeelte van het zeil (grootste gewicht) moet je altijd voor je hebben, tussen jezelf en het hekwerk in. Op die manier trekt het gewicht je naar het hekwerk toe. Als je het zeil achteloos over je schouder slaat waarbij het grootste gewicht op je rug hangt dan wordt je van het hekwerk afgetrokken.

Joost pakt het oude zeil bij elkaar terwijl hij naar boven klimt...
Verder moet je het zeil tussen je benen houden zodat het nergens naar toe kan waaien. En zo klim je dan in een soort "poephouding" met zeil en al naar beneden.

Joost heeft eerste zeil afgehaald en weer opgehangen. De wind was iets gekrompen waardoor de wind min of meer van de zijkant kwam en dat werkt niet lekker.
Toen ik aan de beurt was hebben we eerst molen op de wind gezet zodat ik de wind in m'n rug zou hebben als ik het hekwerk in moest.
Het volgende end voor laten komen en vast leggen met ketting. Zeil aan de onderkant los maken. Zeil wat oprollen en naar boven klimmen tot 1/3 onder de askop. Zeil optrekken en door het hekwerk heen steken zodat de spanning van de boventouwen af is Rechter bovenhoektouw los maken (been door de roede). Linker bovenhoektouw los maken. Zeil over schouder en met zeil tussen benen naar beneden klimmen.
Nieuw zeil uitrollen en lijnen netjes neerleggen. Rechter onderhoektouw vastmaken. Onderkant zeil moet halverwege onderste en een na onderste heklat zitten.
1/3 lengte van het zeil over de schouder, langste lengte tussen jou en het hekwerk in (gewicht trekt je naar het hekwerk toe en niet er van af). Naar boven klimmen met zeil tussen je benen, af en toe overpakken. Rechterbovenhoektouw door oog en met "katrol" op spanning zetten, daarna vastmaken met halve steek.
Linkerbovenhoektouw aangeven aan hulp die in het luik van de voorkeuvelens zit. Zelf naar beneden klimmen om te kijken hoe het zeil hangt. Aan hulp boven doorgeven om te vieren of strakker te trekken om zeil mooi op het hekwerk te krijgen.
Nog even nageklept met de molenaars en daarna de boel opgeruimt. Weer een leerzame dag.


Donderdagavond 20 januari ben ik weer eens gaan klussen bij molen de Valk. Ik was al een tijd niet geweest omdat ik privé nogal druk ben of omdat ik moest overwerken.
De buil was al bijna af en zag er mooi uit.

De voorkant van de builkast met daarop de lagering van de rotor...

De zijkant van de builkast met een uitgenomen luik. Duidelijk is de ronde zeef te zien...
Er moesten nog wat kleine dingetjes afgewerkt worden. Tussen de luiken en de builkast moest wat schuimband geplakt worden om het het stof zoveel mogelijk binnen de kast te houden. Aan de achterkant van de buil was Paul begonnen met het maken van een speciale slede, daarop komt (tijdelijk!!!) een electromotor te staan omdat de windaandrijving nog even op zich laat wachten. Deze moet gemaakt worden door een molenbouwer en die zijn op het moment alemaal erg druk.
Paul en ik hebben samen de slee afgewerkt en de motor op z'n plek gezet. De week daarop zou de electricijn langskomen om de motor aan te sluiten.

De achterkant van de builkast met de aandrijving door de electromotor...
Vrijdag 28 januari zou de buil officieel in gebruik worden genomen en er moesten nog wat kleine dingetjes gedaan worden, die zouden dan de volgende klusavond afgemaakt worden.


Ergens aan het begin van de week, waarin de buil officiëel in gebruik genomen werd, heeft er nog een artikeltje in het AD gestaan. Molenaar Aart heeft het ingescand en even rond gestuurd:

Klik op het knipsel om de vergroting te lezen...

Vrijdagmiddag 28 januari: Officiële ingebruikname van de buil...
Die ingebruikname zou plaatsvinden onder het genot van een hapje en een drankje want de Valk had daarvoor van een plaatselijk bankfiliaal een aanzienlijk bedrag geschonken gekregen.
Het feest zou om een uur of 4 beginnen dus ik ben wat eerder gestopt met werken om er op tijd bij te kunnen zijn. Bij aankomst sprak ik de andere molenaars en die wisten vol trots te vertellen dat ze de avond daarvoor hadden proefgedraaid en dat was een groot succes.
Een aantal mensen heeft nog even een praatje gehouden waarna een cheque zou worden overgedragen. En op die cheque stond een bedrag van maar liefst 10.000 euro! Da's toch wel een aardige douw in je rug! Daarmee kunnen die oude machines weer draaiend gamaakt worden. De buil deed het inmiddels en nu was de waaierij aan de beurt.
De plechtigheden waren achter de rug en de aanwezigen waren toch wel erg benieuwd of de buil inderdaad werkte. En ik natuurlijk ook.
Met een aantal mensem op de luizolder (waar de buil staat) draaide Paul de knop om en de buil begon te werken. Het viel me op dat dat ding toch wel heel erg soepel liep ondanks z'n leeftijd en ondanks dat dat hele ding schroef voor schroef en plank voor plank uit elkaar had gelegen.
Nog even wat uitleg: Gemalen meel bestaat uit bloem en zemelen. Om de bloem te krijgen moet de meel gezeefd worden. Vroeger deed men dat met een zak van een bepaalde stof, een "buidel". Deze werd dan geschud waardoor het bloem uit de zak kwam en de zemelen in de zak bleven. Dit is men later machinaal gaan doen met een buil (verbastering van "buidel").
In de builkast draait een ronde zeef. Binnen die zeef draait een rotor die het meel steeds "opschudt". De bloem valt door de ronddraaiende zeef heen in een trog. Onderin de trog draait een schroef die de bloem naar een gat transporteert. De bloem valt dan door het gat en via een meelpijp wordt de bloem opgevangen in een zak.
De zemelen worden door de rotor naar een ander gat getransporteerd en ook opgevangen in een zak.
Ik stond er van te kijken hoe snel dat allemaal ging. Die buil deed in een paar minuten wat we in het verleden in een dag deden. In het verleden hebben we met de hand moeten builen en hadden we in een middag 5 kilo bij elkaar. Deze buil had een volle zak bloem binnen 10 minuten! Daar valt niet tegenop te malen!
Alles bij elkaar een mooie prestatie van de molenaars van de Valk!

 Zaterdag 29 januari:

Windrichting: Noord-Oost
Windkracht: 2 (8 km/u)
Temperatuur: -5Luchtdruk: 1018 HPa
Vochtigheid: 94%
Bewolking: Geen
Hoogte bewolking: NVT
Trekrichting bewolking: NVT
Neerslag: Geen
Weerkaart: Er loopt een koudefront van Schotland naar Noorwegen en komt vanuit het NoordWesten op ons af.
Buienradar: Geen echo's
Overige waarnemingen: Geen
Weerkaart voor die dag:


Het was behoorlijk fris toen ik op m'n fietsie naar Utrecht reed. Wel een prachtige dag, het was kraakhelder. Even doorgereden langs de Leidse Rijn om te zien hoe de molen er bij stond. Hij stond mooi in de zon en daar heb ik uiteraard wat foto's van gemaakt:


Henk was er vandaag niet en Piet was druk bezig met het politoeren van een zelfgemaakte tafel.
We hebben samen even en bakkie gedaan en hij heeft uitgelegd wat dat politoeren nu precies is. Politoer is een laksoort (schellak) die is opgelost in alcohol. De lak die hij gebruikte was gemaakt van luizen. Juist ja, van die kleine kriebelbeestjes.
Van Piet kreeg ik ook nog een boek te leen, een cursus "zweefvliegen". Zweefvliegen??? Ja, zweefvliegen! Niet dat we nu gaan vliegen met de Ster maar zweefvliegers hebben natuurlijk ook altijd met het weer te maken. In dat boek wordt een stuk meteorologie behandeld wat erg interessant is voor molenaars.
In de schuur heerste een bijna serene stilte want we waren maar met z'n tweeën in de molen. De zon scheen door de ramen naar binnen en daardoor was de schuur mooi uitgelicht:




Er stond te weinig wind om te zagen dus zouden we voor de prins gaan draaien (onbelast).
We hebben samen de molen uit z'n werk gezet en ik mocht verder zelf de molen opstarten.
Molen op de wind gezet en zeilen voorgelegd. Was niet zo makkelijk want er stond zo weinig wind dat hij zelfs bij één zeil nog niet rond wilde. Ik moest 'm dus even helpen door het gevlucht een zetje te geven. Maar de stelling was wit van de rijp en daardoor spekglad. Ik kon daardoor niet echt lekker afzetten waardoor het gevlucht onder 45° stil kwam te staan. Met de pikstok het volgende end voor getrokken en het tweede zeil voorgelegd. Daarna ging het gelukkig allemaal vanzelf.
De molen draaide (niet van harte) z'n rondjes. Piet was nog steeds aan het politoeren en voor mij was er weinig te doen. Piet (zelf ook zeilmaker) heeft me daarom een 2-tal knopen geleerd: een kruis- of genaaide takeling en een oogsplits.
Een kruistakeling wordt toegepast aan het einde van een touw of lijn. Als een touw wordt afgesneden dan rafelen de strengen vaak uit elkaar. Een kruistakeling voorkomt dat.
Piet haalde ze zeilmakers gereedschap en wat touwen voor de dag en deed de eerste takeling voor. Daarna mocht ik het zelf eens proberen. En, al zeg ik het zelf, het eerste resultaat was niet onaardig.

M'n eerste genaaide- of kruistakeling...
Ook Piet was tevreden en ik kreeg de opdracht om nu een kruistakeling aan te brengen op één van de zwichtlijnen. Deze was behoorlijk aan het rafelen en dat moest nodig gestopt worden.
Ik had net een kruistakeling gemaakt met natuurtouw en de zwichtlijnen waren van een kunstofvezel. Dat zou een stuk moeilijker worden omdat die vezels een stuk gladder zijn.
Ik naar boven met naald, draad een mes en een aansteker. Piet wist niet meer bij welk end de gerafelde zwichtlijn zat dus dat was even zoeken. Met de vang liet ik end voor end voorkomen om de boosdoener op te sporen. Gelukkig, bij het tweede end zag ik een gerafelde zwichtlijn.
De lijn was lang genoeg dus ik kon lekker op de stelling gaan zitten om de takeling te maken.
Ik had een stuk kunststofdraad afgesneden en in een vlammetje van de aansteker had ik het eindje aan elkaar geschried zodat het niet meer kon rafelen. Terwijl ik de draad door het oog van de naald probeerde te friemelen liet ik de naald per ongeluk vallen. En je raad het al, door de stelling viel de naald op het dak van de schuur. Gelukkig is de het dak makkelijk bereikbaar door een luik in de stelling en een laddertje.
Bij de tweede poging lukte het dan om een mooie takeling aan te brengen, de zwichtlijn was nu beveiligd tegen uitrafelen. Ik had er wat foto's van maar die kan ik helaas niet meer terugvinden.
Ik zette de zwichtlijn vast en lichtte de vang weer.
Ik heb nog even een rondleiding gegeven aan een steletje uit Hong Kong en daarna was ik tot op het bot koud want ondanks de zon was het nog steeds ruim onder 0°.
Piet was nog steeds bezig met z'n tafel en inmiddels waren ook de muzikanten van de het gezelschap "de Baviaen van Schurhoff" aangeschoven. Piet nam even de tijd om me te leren hoe ik en oogsplitsing moest maken. Onder het genot van de klanken van gezellige zeemansliederen was ik bezig een oogsplitsing te maken. De strengen van het touw moesten uitgerafeld worden en daarna weer tussen de strengen van het touw gewerkt worden. Het was even pieren maar het is uiteindelijk gelukt.

Ook deze oogsplits heb ik als eerste bij natuurtouw gemaakt en daarna bij een touw van kunststofvezels. Dat is nog meer pieren omdat deze strengen erg gled zijn en makkelijk glijden. Maar het is allemaal gelukt en de Ster is weer een wurgtouw rijker.
Omdat er weinig te doen was zijn we op tijd gestopt. Ik heb de molen afgezeild en weggezet, daarna nog even nakleppen met Piet en Joost en weer lekker op m'n fietsie teruggehobbeld naar de Meern.

Tot zover dit epistel. Nogmaals excuses dat het even geduurd heeft.
In de volgende aflevering wat sterke verhalen over het uit het water halen van een beukestammetje.
Bedankt voor het lezen en tot dan!